Voltage over passie, hard werken en NIET over baarden

Facebookrssmail

Rockmuzine schuift aan in de oefenruimte bij Voltage. Bart, Bob, Dave en Gijs nemen er de tijd voor. Wat volgt is een geanimeerde discussie waarin muziek, passie, hard werken, bier en nog veel meer muziek de revue passeren
.

Over de band

Vertel eens wat meer over de naam?

Dave: “Da’s eigenlijk een heel saai verhaal, daar moeten we toch eens iets nieuws voor verzinnen. Het was in dit gebouw. We zaten met de eerste muzikanten die Voltage zouden gaan vormen te jammen en de huurbaas van de oefenruimte moest een naam noteren. We hadden geen idee en zaten een beetje rond te kijken. Toen opperde iemand ‘Voltage’. Laten we dat maar doen zeiden we snel, dat kunnen we altijd nog veranderen als we iets beters bedenken. Het is nooit beter geworden.”

Hoe is Voltage ontstaan?

Dave: “We zijn begonnen als coverbandje. Ik had een aantal muzikanten gevonden via Muzikantennet. We hadden op een avond afgesproken in Eindhoven en gingen gewoon samen spelen. De muziek waar we thuis mee opgegroeid waren, Status Quo, Herman Brood, ZZ Top en zo, covers met een eigen twist. Op een gegeven moment kwam Gijs bij de band. Hij wilde zich graag bij Voltage aansluiten, maar dan wel op voorwaarde dat we eigen nummers zouden gaan maken. Dat was ook al mijn doel, maar dat werd gerealiseerd toen Gijs bij de band kwam. Toen gingen we Travelling Men maken.”

Gijs: “Het idee om iedere maand een nieuw nummer te schrijven, op te nemen en uit te brengen had ik opgedaan op een muzikantendag. Het stelt een doel en geeft je deadlines en dwingt je om hier hard aan te werken want je hebt iets beloofd aan de buitenwereld. Het was eigenlijk best wel een heftig experiment voor een bandje dat net begint zijn eigen songs te schrijven.”

Dave: “Terug naar de geschiedenis. We hebben na het debuutalbum heel veel gespeeld in kroegen en op leuke festivalletjes. Het eerste grote was dat Tom en Dirk uit de band stapten. Dat viel toevallig samen met mijn eerste tv-opnames voor The Voice of Holland. Dat was een heftige periode, het album was net een half jaar uit, ik druk met The Voice en de helft van de band die vertrekt. Gijs en ik zijn toen audities gaan houden. Bart en Bob sprongen eruit, niet alleen muzikaal, maar ook op persoonlijk vlak hadden Gijs en ik de beste klik met Bart en Bob. Die klik is net zo belangrijk als het muzikale.”

Waarom deed je mee aan the Voice

Dave: “Vooral voor meer bekendheid voor de band. En ik vind dat dat rock ‘n roll veel te weinig aandacht krijgt in de media. Maar eigenlijk is The Voice voor mij begonnen als een verloren weddenschap. Ik heb een hele tijd alleen maar geroepen dat ik wel eens mee zou doen en dan rock ’n roll zou laten zien. Op een gegeven heb ik me toch opgegeven. Mp3’tje van ‘Motherfucker Jones’ opgestuurd en ik dacht daar hoor ik nooit meer wat van. Tot ik op een zekere dag tijdens mijn pauze bij de Blokker werd gebeld: ‘Met RTL, je bent uitgenodigd voor the Voice’.  Toen begon eigenlijk het avontuur en dat liep gaandeweg een beetje uit de hand. Ik heb er heel veel geleerd, veel mensen leren kennen, het was supertof. Maar het is vooral fijn dat ik mijn band in de kijkerd heb kunnen zetten en dat ik heb laten zien dat ook een rocker als ik aan zo’n programma mee kan doen.

En dan ga je op clubtour, van de kroegjes de zalen in. Je beseft je opeens dat mensen kaartjes kopen om naar jou te komen kijken. Ik weet nog goed dat we onderweg waren naar Hedon in Zwolle en dat ik op twitter het bericht zag: ‘Voltage uitverkocht’. Dat was bizar en wij gingen helemaal uit ons dak. Tijdens die tour stonden we in de HMH in het voorprogramma van Miss Montreal. Dat was echt bizar. Ik kwam daar elk jaar voor Status Quo en ik dacht dat ik daar eigenlijk niet op het podium mocht staan. Op de plek waar mijn helden stonden waar ik zo vaak vanuit het publiek naar had staan kijken.“  Gijs: “Het viel wel mee met de zenuwen dacht ik, tot ik op het podium tussen de gordijnen door naar het publiek gluurde. Dat is waanzinnig, al die mensen. Toen moest ik toch nog een keertje extra naar de wc.”

De rolverdeling binnen Voltage

Bob: “In principe zijn we alle vier de baas, maar de neuzen staan wel heel erg dezelfde kant op, dus dat leidt zelden tot problemen.”

Gijs: “Bij het schrijven van liedjes hebben we wel veel discussies, maar dat is ook goed, als iedereen zijn eigen ideeën inbrengt en verdedigt. Iedereen doet ook wel z’n eigen dingen en legt dat aan de anderen voor.

Bob: “Ik doe bijvoorbeeld veel marketing en promotie en Dave neemt vaak het voortouw bij song writing. Dat leggen we dan aan de rest van de band voor. Over de richting waar de plaat op moet gaan zijn we het altijd wel eens, over de invulling van de details wordt vaak druk gediscussieerd.”

Gijs:”Op het podium neemt Dave het voortouw, hij is echt onze frontman.”

Bart: “We beslissen alles met ons vieren, dat is een groot goed, maar we moeten soms ook oppassen dat al die discussie ons niet te veel vertraagd. Er komt vaak zoveel op ons af. Om dat in goede banen te leiden komen we regelmatig bij elkaar om dingen te bespreken.”

Is er een leven buiten Voltage

Bart: “Zeker wel. Ik ben afgestudeerd aan de Rock Academie, opgeleid om mijn brood in de muziek te verdienen. Ik geef les en heb daarnaast altijd in bandjes gezeten. Een van de laatste was een coverband, maar daar voelde ik me niet lekker in, dat mocht dan financieel aantrekkelijk zijn, ik werd er niet gelukkig van. Ik ben iedere dag met muziek bezig, maar dat komt ook omdat er weinig andere dingen zijn waar ik echt goed in ben.” Bob vult aan: “Ooit doet ie nog een comedyshow”. Waarop Bart terugkaatst: “Volgens mij is onze band één grote comedy show.”

Bob: “Ik ben hiernaast muziekmarketeer. Ik heb management en platenlabel gestudeerd. En ben daar ook in aan de slag gegaan. Dat doe ik nog steeds, alleen op een lager pitje dan oorspronkelijk het plan was. Als je in een band als Voltage stapt vreet dat zoveel tijd en energie zodat je afscheid moet nemen van de helft van je vriendenkring en komen je ambities op andere vlakken op een lager pitje te staan. Ik kom in mijn werk vaak boekers en muzikanten tegen waaruit contacten en ideeën komen die ik weer voor Voltage kan gebruiken. Voor mij is het dus heel makkelijk om beide werelden te combineren. ”

Gijs: “Ik werk nog 32 uur op kantoor en dan 80 uur in de week voor Voltage, dan houd ik nog 6 uur in de week over om te slapen. Ik heb een paar jaar terug al de keuze gemaakt om minder te gaan werken en meer tijd aan muziek te besteden. Uiteindelijk is mijn doel dat de kantoorbaan steeds minder wordt en de muziek steeds meer. Hoofdzakelijk Voltage, maar ook graag samen met anderen muziek maken als dat Voltage maar niet in de weg zit want Voltage is de hoofdzaak.”

Dave: “Ik heb het een beetje zoals Bart, alleen ben ik niet afgestudeerd aan de Rock Academie”. Valt Gijs bij: “Jij bent afgestudeerd bij John de Mol”. Dave vervolgt: “Ik heb wel diploma’s in de detailhandel, onder andere filiaalmanager. Maar ik ben daar niet in verder gegaan, niet omdat ik het niet leuk vond, maar ik kreeg de kans me fulltime met muziek bezig te gaan houden. Ik heb hier in het gebouw een vestiging van een muziekschool”. “Dus toch filiaalmanager” valt Bob in. Dave: “En daarnaast geef ik nog op andere locaties les. Verder schrijf ik heel veel voor de band. Mijn leven staat eigenlijk in dienst van Voltage.

Talent of ambacht?

“Allebei” klinkt het als uit één mond.

Bart: “Het begint met talent, en als je het full-time wilt gaan doen wordt het vanzelf een ambacht.

Bob: “Talent brengt je op de helft, de andere helft moet je met ambacht doen, het is gewoon keihard werken. Talent brengt je haverwege. Ik ken ook mensen die helemaal niet zoveel talent hebben, maar gewoon pleurishard gewerkt hebben.“

Bart: “Ik ben van mening dat als het er niet in zit, dan kun je er beter niet aan beginnen. Het is de passie, en dat is ook wat er overkomt. Je kunt technisch nog zo ver komen, maar passie is wat indruk maakt.”

Gijs: “Ik heb nooit geloofd in talent, weet je dat? Ik zie ook vooral passie als het talent wat je hebt. Als je het diep in je hart niet voelt zal het er ook nooit uitkomen. Ik ben bijvoorbeeld ook penningmeester van de band, maar daar zal ik nooit echt een goeie in worden.”

Dave: “Ik was ook geen goeie zanger hoor, ik wil net zeggen dat ik nu legendarisch ben. Ik heb opnames van toen we de band net begonnen waren. Dat is niet om aan te horen.”

De Muziek

Hoe omschrijf je jullie muziek

Dave: “Misschien moeten we daar één woord voor verzinnen.”

Bob: “Seventies Southern Rock, en dat als één woord geschreven”. Dave vult aan: “en ook heel bluesy.”

Gijs: “Misschien moeten we het Americana Rock gaan noemen. We zaten pas bij Eefke van Omroep Brabant en ik vroeg toen: Wanneer is iets Americana?  Haar antwoord was: ‘als het geen country is, niet dit of niet dat, dan noemen we het Americana’. Wij zijn een rockband, dus Americana Rock”.

Bob: “Laten we het SouthernBluesRock noemen, één woord zonder interpunctie.”

Waar komt jullie inspiratie vandaan?

Dave: “Bij mij komt de inspiratie vooral uit mijn ervaringen en uit wat we als band en persoonlijk allemaal meemaken. Maar een nummer als ‘Pistol Pete’ is weer gebaseerd op een tv-serie, Deadwood, een western serie waarin zo’n bad guy als Pistol Pete in voorkomt. Maar toch vooral persoonlijke ervaringen, zeker op onze nieuwe plaat”.

Gijs: “Qua teksten komt het bij mij ook vooral uit mijn persoonlijke ervaringen. Muzikaal ben ik vooral heel riff georiënteerd. RiffMeisters als Jimmy Page en Keith Richards zijn voor mij een belangrijke bron van inspiratie.

Bob: “Voor mij is het nogal zoeken omdat ik oorspronkelijk uit de grunge hoek kom. Mijn inspiratie ontstaat vooral als ik een moeilijk akkoord speel, wat geen G-, D- of C-akkoord is en eigenlijk niet bij Voltage past. Dave noemt dat ‘Bob akkoorden’. Voor teksten laat ik me vooral door gedichten en bestaande songteksten. Vaak blijft er een zin hangen die resoneert in mijn hoofd waar ik dan op voortborduur.”

Bart: “Ik kom uit een heel andere hoek, veel meer de funk van onder meer James Brown. In de funk staat de groove centraal en zo’n drummer ben ik ook wel, vooral gericht op de groove. Je hoeft dus niet bang te zijn dat ik ineens een 20 minuten lange drumsolo ga spelen. Mijn muzieksmaak is heel erg breed, in eerste instantie vooral funk. Later kwam daar ook pop bij. Rock is echt van later. Toen ben ik muziek van bijvoorbeeld Derek Trucks en Allman Brothers gaan luisteren.

Met welke kunstvorm zou je Voltage vergelijken?

Bart: “Vingerverven, omdat die abstract klinkt. Maar serieus, vooral film, ik zie beelden en kleuren bij muziek doe bij mij binnenkomt.” Gijs haakt daar op in: “Ik zie dat ook wel, bij nummers als Pistol Pete of Harbour Starboard van onze eerste plaat is het eerste dat bij mij opkomt: Dat zou vet onder die film klinken. “ Dave: “Ik denk dat wij greatest hits hebben van soundtracks.” Gijs: “Opsturen naar Quinten Tarantino die zooi”

Bob: Ik dacht in eerste instantie ook aan film, vooral door Dave’s teksten. Maar als ik aan onze muziek denk dan associeer ik die vooral met houtbewerken, een super excentriek meubel of van die ouwe Vikingschepen bijvoorbeeld, vooral grof en met eelt en splinters in de handen gemaakt. Ik associeer onze muziek echt met hard werken.”

Minder Quo en meer southern rock

Dave: “Ik denk dat we iets meer zijn gaan verkennen. In mijn geval ben ik op zoek gegaan naar de grenzen van waar we mee bezig zijn. Ik ben op een gegeven moment veel naar Southern Rock en country gaan luisteren en dat hoor je terug. We hebben natuurlijk nog nummers als ‘Dirty Harry’s’ en ‘Bye Bye Baby’ die erg bluesy en ruig zijn, maar veel minder. Ik denk dat we onze stijl hebben uitgebreid.”

Bob: “Bart en ik luisteren niet naar Status Quo. Dat scheelt natuurlijk enorm, als twee van de songschrijvers helemaal geen achtergrond hebben in dat soort muziek. Toen we op een gegeven moment tegen elkaar zeiden dat we toch nog zo’n track op het album moesten hebben zei Gijs: ‘Ik kan het niet meer, ik heb het geprobeerd, maar ik kan niet meer zo’n nummer schrijven’.”

Gijs: “Dat klopt ja, als je kijkt naar het nummer ‘Travelling Man’, dat is volgens mij het beste dat we in die stijl kunnen maken. Het was ook wel een beetje zo dat als we de set van het eerste album speelden klonk dat op een gegeven moment wel veel hetzelfde en daar wilden we vanaf.”

Bob vult aan: “Ik vind het ook belangrijk dat een band zich steeds blijft ontwikkelen, de artiesten die ik het meest interessant vind zijn artiesten die zich steeds vernieuwen, maar waarvan je steeds blijft horen dat het dezelfde band is. Wat ons betreft, als je boogie wilt horen, die plaat hebben we al gemaakt; ‘Travellin’ Men’, dan zet je die plaat maar op.”

Met wie zou je graag samen willen werken

Bob antwoordt sneller dan zijn schaduw: “Dat vind ik supermakkelijk. Als het iemand moet zijn waarmee ik mag schrijven dan is het Chris Cornell, als het om platen opnemen gaat dan Brendan O’Brien. Allebei uit de grunge-hoek, maar O’Brien heeft ook bijna alle planten van Blackberry Smoke gedaan. ”

Bart: “Voor mij is dat Derek Trucks. Als ik die zie spelen, die man is alleen maar ziel.”

Gijs: “Ik vind dat een hele moeilijke. Een keer met de Stones op het podium staan, dat lijkt me vet. Als je gewoon in het publiek staat en dat Keith Richards dan iemand op het podium vraagt en dat ik dat dan ben. Dat is gewoon een jongensdroom.”

Dave: “Status Quo. Als ik daar een keertje muziek mee mag gaan maken dan geef ik alles af. Ik laat alles en iedereen achter en stap gelijk in het vliegtuig. Maar ik hoorde laatst ook vette dingen van Tom Petty, die gast was ook niet normaal. Hij nam ook bijna alles live op, bijna geen dubs, niks.

Over Around the Bend

Hoe is het album ontvangen

Gijs: “Ik heb nog niks slechts gehoord.” Dave: “Een ding, ik moest in het Nederlands gaan zingen”.

Bob: “De mensen die Status Quo vet vonden vinden de nieuwe nummers ook gaaf.” Gijs vult aan: “Dat was nog wel een beetje een dingetje, Status Quo fans zijn moeilijk te overtuigen van nieuwe muziek. En we hebben met het eerste album een fanbase opgebouwd in die scene. Het was voor ons de vraag of ze de nieuwe richting wel zouden pikken. Maar in de webshop en op Facebook zagen we al snel dat ze de nieuwe plaat kochten en ook op in hun tijdlijn riepen hoe gaaf ze de nieuwe Voltage vonden.”

Bob: Ik vond het leukste dat mijn oom, die ook in een bandje speelt en van kinds af aan mijn grote voorbeeld is geweest op een gegeven moment tegen mij zei: ‘Ik ben best wel jaloers, wij spelen al heel ons leven en jij hebt nu met dit album geflikt wat wij al die tijd hebben geprobeerd en dat is goeie liedjes schrijven.’ Als je zo’n commentaar krijgt van iemand van wie jij alles geleerd hebt, toen dacht ik: de plaat is gelukt.”

Bart: “Ik vond het heel spannend om te zien hoe de nieuwe plaat live ontvangen werd. Dat bleek gelukkig ook heel positief te zijn.”

Dave: “Ik denk dat het nieuwe album over z’n geheel genomen volwassener is dan de eerste, zowel qua sound, productie, songwriting als qua muzikaliteit. Als ik dan een ding moet noemen dan is het wel de sound. Guido is echt een baas, en wij ook.”

Lievelingsnummer van Around the Bend

Bart: “For Better Ways, dat is ook een nummer dat ik thuis ook graag opzet, en dat doe ik niet veel met eigen muziek. Daar ben ik het meest tevreden op. Als ik die op de setlist zie staan word ik daar blij van.”

Bob: “Heart of Stone, zonder enige twijfel. Ik kom niet uit deze stijl, maar als ik dan deze muziek schrijf dan is Heart of Stone precies hoe deze rock’n roll wat mij betreft moet klinken. Los daarvan houd ik ook van nummers die emotioneel geladen zijn en dat heeft Heart of Stone ook.”

Gijs: “Ik denk dat ik For Better Ways ook het vetste vind. Maar ik twijfel, ik vind Joelle ook heel mooi, en dat is ook emotioneel beladen. Joelle gaat over een vriendin uit mijn vriendengroep die vorig jaar is overleden. Als dat niet was gebeurd dan was het For Better Ways geweest. Dus het liefst For Better Ways. “

Dave: “Ik vind Joelle het mooist. Dat is voor ons doen briljant geschreven en het staat muzikaal als een huis. Iedereen speelt op het top van zijn kunnen en dan met die emotionele lading maakt dat het allermooiste. Maar als ik dronken ben wil ik Bye Bye Baby horen.”

Live spelen

Popronde of eigen concerten

Unisono: “Eigen shows!”

Gijs: “De investering van de popronde is leuk, maar bij eigen shows komen de mensen speciaal voor jou en heb je ook de show in eigen hand.”

Bob: “De popronde is supertof, zeker voor de ervaring en je speelt je in de kijker bij een breed publiek. Maar ik zie me niet over 10 jaar in de Popronde staan. Voor eigen shows kun je me altijd bellen.”

Clubshows of festivals

Bart: “Allebei. Ik hou van de afwisseling. Ik vind het schitterend dat we een druk festivalseizoen hebben gehad. Al die enthousiaste mensen geven heel veel energie. Clubshows zijn fijn omdat het intiemer is, en je hebt meer contact met het publiek, zeker ik als drummer achter mijn drumstel.”

Bob: “Clubshows zijn vet omdat je dan een dag met de Voltage familie op pad bent. Wij met z’n vieren, de crew. Je bent dan echt de hele dag onder de pannen, de stad in, soundcheck, een hapje eten, de show, kletsen met de fans, samen afbreken, in de bus naar huis dat is een soort familieuitje. Festivals zijn tof omdat je daar een heleboel andere mensen tegenkomt. Dat is gewoon feest zeg maar.”

Gijs: “Mijn hoofd zegt festivals. Je hebt optredens en optredens, maar als ik naar het totaalpakket kijk, vind ik het leuk om naar een festival te rijden, daar te spelen en daarna keihard te zuipen en uit je dak te gaan. Festivals zijn gewoon een feestje, daar kun je lekker lang nagenieten. Bij clubshows is dat veel minder, daar heb je vaak een curfew en moet je al vroeg weer wieberen.  Maar het is ook appels met peren vergelijken.”

Eigen nummers of covers

Dave roept provocerend: “Covers!” Daarna is er overeenstemming dat eigen nummers het fijnst zijn en minder snel gaan vervelen. Alleen moet je een goeie cover niet schuwen.

Bob: “Er zijn zoveel geweldige nummers gemaakt, waarom zou je die niet mogen spelen. ‘Six Ways to Sunday’ van Blackberry Smoke spelen we heel vaak. We hebben zelf nog niet zo’n nummer geschreven dan is het heel tof om die te spelen. “

Welk festival staat bovenaan jullie verlanglijstje

Weer bijna in koor: “Zwarte Cross en Paaspop is een goeie tweede”.

Gijs: “Je mocht toch alle festivals noemen? Ik zou het gaaf vinden om op Rock am Ring te spelen. Heb je die beelden bij Rockpalast wel eens gezien? Als de frontlights aangaan dan zie je zelfs met de hoge camera’s het einde van het publiek nog niet. Dat is superbruut!”

 

Plannen

Waar hopen jullie over 5 jaar te staan

Dave: “Nou Bob, jij hebt dat plan gemaakt.”

Bob: “We hebben met z’n allen gezegd dat we in de Heineken Music Hall willen staan.” Bart heel droog: “Dat kan niet meer, dat is Afas Live.”

Bob vervolgt: “We willen graag vaste shows in Duitsland hebben, een vast publiek in Nederland te hebben voor onze clubtour en nog twee albums uitgebracht hebben.”

Gijs: “Dat is ambitieus, maar als je geen ambities hebt kom je niet verder.”

Dave: “Hard werken!”

 

De wil om keihard te werken om van Voltage een succes te maken loopt als een rode draad door het gesprek. En met deze wijsheid zijn we aan het einde van het interview gekomen, maar niet zonder de uitsmijter:

Welke vraag had ik jullie nog moeten stellen?

Bart: “Moet je een baard hebben om in Voltage te spelen?”

Gijs: “Volgens mij ben jij de eerste interviewer die niet over onze baarden is begonnen. Daar heb ik wel respect voor.”

Bob: Echt waar, als ik een kwartje kreeg voor elk interview waarin naar onze baarden werd gevraagd was ons volgende album nu al gefinancierd.”

Fotografie (c): Ariane van Ginneke

Facebooktwitterredditpinterestmail
Inschrijven op de RockMuZine nieuwsbrief
Wekelijks op vrijdagavond het laatste nieuws en de laatste verslagen en recensies in je mailbox!

(Let op: check je spambox en voeg info@rockmuzine.nl toe aan je whitelist)

PJ