The Dead Daisies op geslaagde herhaling in Mezz, Breda
|Bijna op de kop af vier maanden geleden zag ik de Dode Madeliefjes nog overtuigend Bibelot platrocken op hun promotour voor het recente ‘Light ’em Up’ album. Tijdens die lange Europese tour was vaste kracht Doug Aldrich wegens behandeling voor keelkanker vervangen door zijn ex-Whitesnake-maatje Reb Beach, die zich prima en bekkentrekkend van zijn taak kweet. Maar gelukkig, voor deze tour is Doug weer van de partij, wat betekent dat hij de kanker heeft overwonnen. En met zijn volle haarbos gelukkig nog in tact. Wordt die man overigens nooit ouder? Goeie genen blijkbaar, op die keelkanker na dan. Anyway, de Daisies waren het thuiszitten al weer beu en togen opnieuw naar de Oude Wereld voor een paar optredens. Dat voor de start van deze korte tour het relatief kleine, doch erg fijne Mezz in Breda werd uitverkozen, was de grootste verrassing. Want heel veel classic rock speelt daar doorgaans niet.
Dat de zaal niet was uitverkocht zal deels te wijten zijn aan een aanbodoverschot, het merendeel van de fans had de band tenslotte een paar maanden geleden al gezien, en deels aan de timing: een doordeweekse dag nèt na carnaval. Al sloot de muziek van vanavond redelijk aan bij dat volksfeest. Want partyrock alom! Zo mocht het Engelse The Treatment het publiek opwarmen middels een 40 minuten aan lekkere meestampers. Muzikaal niet heel uitdagend of beklijvend verder, maar het rockte en swingde als een tiet en de bandleden hadden elke pose uit het grote rockboek geleerd, wat een prima te verteren kijkspel opleverde.



Tappend uit het AC/DC-, The Answer-, Krokus-, Airbourne- (affijn, je hebt een beeld) vaatje overtuigde de band vooral in het samenspel van beide gitaristen (de broertjes Tagore en Tao Grey) en middels de prima, lekker gruizig zingende enthousiaste frontman Tom Rampton. Alleen overdreef men wat met meezing- dan wel meeklapmomenten. En de drummer hield de maat, maar daar was ook alles mee gezegd. Maar afgezien daarvan, een geknipte band voor de zomerfestivals lijkt me zo.



Klokslag 21.00 uur liepen de rocksterren van The Dead Daisies onder de tonen van Zeppelin’s ‘Rock n’ Roll’ het halfronde Mezz-podium op. Althans, als je goed keek, want de rookmachines draaiden op volle toeren deze avond. Er was weer een bak extra licht meegenomen en het geluid stond meer dan prima afgesteld, zodat weinig een ongecompliceerd avondje headbangen in de weg stond. Muzikaal heeft het gebodene eigenlijk niet zoveel om het lijf, op een aantal lekkere krakers èn covers na, maar het wordt door de Daisies zo overtuigend de zaal ingepompt dat je er vanzelf in meegaat. Het blijft een genot om waanzinnige muzikanten als drummer Tommy Clufetos (ex-Black Sabbath) en Michael Devin (ex-Whitesnake) zich te zien uitleven in eenvoudige rechttoerechtaan songs als ‘Make Some Noise’, ‘Rise Up’, of ‘Light ’em Up’.



Volksmenner/zanger John Corabi liet wederom zien en horen dat hij live veel beter bij de band past dan tijdelijke voorganger Glenn Hughes, en bandleider/gitarist David Lowy genoot weer zichtbaar van zijn dure hobby. Al had zijn ‘solospot’ niet gehoeven, want zingen kan hij beter aan Corabi overlaten. Maar goed, kreeg die effe rust. Doug speelde alsof hij nooit was weggeweest. Heerlijke gitarist, ook al ontbeert hij een echt eigen stijl. Maar geen noot verkeerd en altijd een prima show. Hoogtepunten waren wederom de ‘hits’ ‘Mexico’, ‘I’m Gonna Ride’ en natuurlijk de redelijk platgespeelde, doch nog prima werkende covers ‘Fortunate Son’, ‘Midnight Moses’ en afsluiter ‘Helter Skelter’. Maar een keer wat vers bloed in dit segment kan geen kwaad heren! Zeker tijdens de bandaankondigingen, want ook die delen van classic rockhits als ‘Dirty Deeds Done Dirt Cheap’, ‘Seven Nation Army’ en ‘Living After Midnight’ gaan al weer even mee.



Verrassingen waren er ten opzichte van vorige keer gelukkig ook. Het door John solo akoestisch vertolkte rustpuntje ‘Love That Will Never Be’ was even welkom als mooi. Eerste toegift, het lekker voortbeukende ‘Reserrected’ was weer van stal gehaald. En er werden zowaar twee, helaas nogal afgezaagde bluescovers van een komend album gespeeld: nieuwe single ‘Crossroads’ (Clapton) en het nog flauwere ‘Going Down’ (Freddie King). Dat kan avontuurlijker lijkt mij. Na een dikke anderhalfuur was het tijd voor de heren om de luxe XL-tourbus (zo’n rijke bandleider heeft zo zijn voordelen) op te zoeken.



Afgezien van wat kanttekeningen was het een heerlijk en ongecompliceerd avondje meezingen met de aanstekelijke beukers van de Daisies. De kop van de voorjaarstour ging er overtuigend af en weinigen zullen teleurgesteld de Bredase nacht zijn ingegaan. Hopelijk durft de band in de toekomst iets meer buiten het nogal platgetreden pad te spelen, maar zolang ze het zo overtuigend brengen, is er ook weer niet al teveel te zeuren. Er zijn saaiere woensdagavonden, oftewel, de thuisblijvers hadden spreekwoordelijk weer eens ongelijk. Tot de volgende keer.













