The Dead Daisies groot succes in Bosuil
|Nu de verkoop van muziek steeds minder populair wordt, moeten bands veel meer toeren dan voorheen om te kunnen blijven bestaan. Dat heeft tot gevolg dat veel bands een zwaar en intensief tourprogramma hebben, zoals John Corabi dat tijdens het concert vertelt, maar ook dat Nederlandse rockfans voor de tweede keer dit jaar getrakteerd werden op een concert van de Australisch/Amerikaanse supergroup The Dead Daisies op 27 november. De dag erna speelt de band in Zoetermeer, en het publiek daar mag flink zijn best gaan doen om zich te kunnen meten aan de enthousiaste fans in de Bosuil.
In het voorprogramma staat het Britse Voodoo Vegas, met een setlist vol nummers van het nieuwe album van de band dat begin volgend jaar uitkomt. De band, met zijn twee fenomenale leadgitaristen die de solo’s afwisselen, speelt met nummers als ‘Don’t Need Your Love’, ‘Love Shines’ en ‘King Without A Crown’ het publiek in zo’n drie kwartier helemaal warm voor het hoofdprogramma.
Iets na negenen, als de Bosuil echt helemaal vol zit, komt Deen het podium opgelopen met een zaklamp, en de rest van de band volgt in het donker onder luid gejuich van het publiek. De band trapt af met een van hun eerste grote hits, de cover ‘Midnight Moses’, dat een van de redenen was dat het album ‘Revolución’ zo’n ongekend succes werd. Na nog wat materiaal van de eerdere albums van de band in de vorm van ‘Evil’ en ‘Make Some Noise’ kan het nieuwere werk natuurlijk niet uitblijven: ‘Rise Up’, ‘Dead And Gone’ en ‘What Goes Around’ worden goed meegebruld door het publiek dat het nieuwste Daisies-album al van voor tot achter lijkt te kennen.
Terwijl de eerste nummers zo snel mogelijk achter elkaar worden gespeeld om het publiek goed warm te krijgen, nemen de bandleden naarmate de show vordert steeds vaker de tijd voor een praatje. John Corabi haalt herinneringen op aan zijn vorige bezoeken aan Nederland en zijn continue vergissingen in de plaatsnamen (en hun uitspraak), en natuurlijk wordt elk bandlid geïntroduceerd met een klein stukje van zijn ‘anthem’.
Midden in de show wordt het gas wat teruggenomen met een akoestische set, waarin de Daisies op drie akoestische gitaren ‘Set Me Free’ en Rod Stewarts ‘Maggie May’ spelen. De loepzuivere driestemmige zang en de emotionele uitvoering van de Beatlesklassieker ‘Let It Be’ laten een heel andere, maar niet minder indrukwekkende kant van de over het algemeen vrij ruige rockband zien. Nadat de band de boeg weer compleet heeft omgegooid met nummers als ‘Bitch’ van de Rolling Stones en ‘Song And A Prayer’, laat de band de zaal nog één keer volledig losgaan op een laatste Beatlescover, ‘Helter Skelter’.
De band neemt afscheid, maar het geschreeuw van het publiek zorgt ervoor dat de Daisies al snel weer terugkomen. Na een warm en gemeend dankwoord van Doug en John speelt de band een toegift die bestaat uit ‘Mexico’ en, omdat de bandleden aangeven zelf ook grote classic rock-fans te zijn, Deep Purple’s ‘Highway Star’. Als de bandleden daarna echt afscheid nemen en de laatste plectra en drumstokken het publiek in gooien, laten ze een uitgeleefd en volledig tevreden publiek achter.
The Dead Daisies, de band waarvan elk afzonderlijk bandlid een ervaren rocker is die precies weet hoe hij het publiek moet bespelen zonder ondertussen aan muzikale kwaliteit in te boeten, zette zo opnieuw een feilloos spektakel neer in de Bosuil. De continue interactie met het publiek zorgde voor een ongeëvenaarde sfeer, en de plectra (die zowel de zaal in vliegen als over het podium stuiteren) en grapjes tussen de bandleden maakten van het concert een unieke ervaring die ongetwijfeld de reden is dat de Daisies zulke graag geziene verschijningen zijn in Nederland. Gelukkig komen ze er dan ook vaak: uit Johns dankwoord bleek wel dat de Daisies altijd met veel plezier in Nederland komen, en na het concert in de Bosuil kan er geen twijfel over bestaan dat het Nederlandse publiek de Daisies maar al te graag verwelkomt.
Foto’s: (c) Anneke Klungers