Deep Purple – WHOOSH!
|Na de zoveelste clash tussen zanger Ian Gillan en gitarist Ritchie Blackmore barstte 9 november ‘93 de bom op het podium van het NEC in Birmingham. Het had een mooi feest kunnen zijn om met “The Battle Rages On” tour het 25 jarig bestaan van Deep Purple te vieren. Het pakte anders uit en werd een dieptepunt in de paarse geschiedenis. De Zwarte Raaf was gemener dan ooit, verscheen bewust een paar minuten te laat on stage en bleek “not amused” over een cameraman die te dichtbij kwam tijdens de openingstrack ‘Highway Star’. Blackmore wierp een beker bier naar de cameraman en voorzag ook Gillan, die waarschijnlijk het eigenlijke doelwit was, van een douche.
Vier shows later gooide Blackmore definitief de handdoek in de ring, zei dat zijn rol door een aap overgenomen kon worden en nam ontslag.
Joe Satriani werd in allerijl ingehuurd om de tour te beëindigen en had welgeteld twee dagen tijd om de setlist in te studeren. Een haast onmogelijke klus die wonderwel werd geklaard, gedeeltelijk tijdens de vlucht van Amerika naar Japan waar het eerste concert plaats vond.
Deze samenwerking werd een verademing voor Gillan, Lord, Glover en Paice. De spanningen en haast onwerkbare situaties op het podium verdwenen als sneeuw voor de zon. Maar na de tour was het over en voorbij…..
Tóch wilden de vier mannen hun band niet opgeven en ieder noteerde een aantal namen van gewenste gitaristen. Steve Morse stond bij allen boven aan het lijstje en wilde onder twee voorwaarden de nieuwe Purple gitarist worden: geen dresscode en geen kopie van Blackmore zijn. De nieuwe bezetting (Mark VIII) was geboren en het album “Purpendicular” (1996) het zeer overtuigende bewijs dat Deep Purple nog bestaansrecht had.
Toetsenist Jon Lord verliet in 2002 met pijn in het hart de band wegens versleten knieën. Achter z’n beroemde Hammond orgel staan ging niet meer en zitten was volgens hem in een rockband geen optie. Tot overmaat van ramp overleed de maestro in 2012 aan een longembolie.
Don Airey werd in 2002 zijn logische en enig juiste vervanger: Deep Purple Mark IX met tandem Morse/Airey is een feit en bestaat tot op de dag van vandaag.
We zijn intussen toe aan het 21ste studioalbum van de band, het vijfde van Mark IX, getiteld “Whoosh!” Opvolger van het uitstekende “Infinite” (2017). Bob Ezrin is opnieuw verkoren tot producer en geeft de muzikanten de volgende opdracht: componeer uit jams in de studio nieuwe nummers. Dit is de heren op het lijf geschreven en met de resultaten gaat Ezrin aan de slag. Hij respecteert hierbij de meningen van de bandleden, maar drukt wel degelijk z’n stempel op het proces.
De creativiteit is verbluffend en in opener ‘Throw My Bones’ is meteen duidelijk dat Ian Gillan’s stem groots klinkt. Steve Morse laat de heavy riff rondzingen in het nummer terwijl zijn rock/fusion/klassieke stijl van soleren overtuigend klinkt. Een manier van spelen die hij zich eigen maakte in de tijd van zijn ‘70/’80er jaren band Dixie Dregs en tegenwoordig, samen met het spel van Airey, de identiteit van Deep Purple bepaalt.
De shuffle ‘Drop The Weapons’ kent een sterke tekst over het beëindigen van straatgeweld. Morse valt wederom op met sterk gitaarwerk, ondersteund door Airey’s toetsenspel.
Richting progrock gaan ‘Nothing At All’ en ‘Step By Step’. Nu is het Airey’s beurt om te soleren en hij experimenteert met z’n instrumenten a la Rick Wakeman.
De immer constante ritmesectie Roger Glover en Ian Paice moet ook benoemd worden. Al die jaren zijn ze het stevige fundament onder het Deep Purple powerhouse dat de band onderscheidt van al de anderen.
‘What The What’ en ‘The Long Way Round’ zijn uptempo party rockers met typische “Morse code” riffs. Airey speelt respectievelijk honky tonk piano en een spacerock solo , terwijl hij door het Hammond spel in ‘The Power Of The Moon’ een vette knipoog geeft naar Jon Lord.
‘Remission Possible’ lijkt even een terugkeer naar het machtige album “Machine Head” (1972). ‘Space Truckin’ en ‘Lazy’ herleven kort en als het stuk overgaat in ‘Man Alive’ zijn we bij één van de hoogtepunten van “Whoosh!” met Steve Morse in bloedvorm.
‘And The Address’ is de openingstrack van het eerste album “Shades Of Deep Purple” uit 1968! Een waardig eerbetoon en wellicht een teken? Zou het een verwijzing naar het naderende einde van de band zijn?
Afgezet tegen de miljarden jaren die de aarde bestaat is 52 jaar Deep Purple een in een “Whoosh!” voorbij. Mooi uitgedrukt in het artwork waar een uiteenvallende spacereiziger door de tijd vliegt over een desolaat landschap.
“Whoosh!” is een fantastisch album waaruit blijkt dat Deep Purple nog niks aan kracht heeft ingeboet en nog steeds een heavy rockband is die tot de buitencategorie hoort. Muziek op hoog niveau en als deze plaat hun zwanenzang blijkt, dan is het een schitterende! 100/100 ( e.a.r. MUSIC)
Tracklist:
Act 1
Throw my bones
Drop the weapon
We’re all the same in the dark
Nothing at all
No need to shout
Step by step
Act 2
What the what
The long way round
The power of the moon
Remission possible
Man alive
And the address
Bonus track
Dancing in my sleep
Band:
Ian Gillan – vocals
Ian Paice – drums
Roger Glover – bass
Steve Morse – guitar
Don Airey – keyboards