Iron Maiden – Senjutsu
|Eén van mijn eerste grote rockliefdes: Iron Maiden. Bijna geen band die ik vaker live heb gezien en waarvan ik de eerste zeven albums volledig van buiten ken. De periode daarna deed me weinig, maar vanaf voorgaande ‘The Book of Souls’ luister ik er weer met plezier naar. Al is er tegenwoordig op iedere release het nodige aan te merken; ook op deze nieuwe ‘Senjutsu’. Zo is het wederom een dubbel cd geworden, waar een goeie producer voldoende overtollig instrumentaal vet weg had gesneden om er een puntigere enkelaar van te maken. En over productie gesproken, ook deze klinkt weer te wollig, alsof er een deken over de band ligt, met Bruce’ stem te laag in de mix en sprankelt het geluid lang niet zo als ten tijden van de onovertroffen Martin Birch. Vreemd, want Kevin Shirley’s producties van bijvoorbeeld Bonamassa of Jimmy Barnes klinken altijd als een klok. Wat zou ik graag eens een Maiden-album horen met het geluid van zeg de laatste Priest, Fates Warning of een Gojira! En om maar even door te gaan met zeiken: het drumwerk van McBrain is wederom niet al te strak, de keyboards klinken als een Casio-orgeltje uit de jaren 80, de balans tussen (veel te) lange en puntige songs is wederom zoek (slechts 3 nummers onder de 7 minuten) en in de stem van Bruce is de tand des tijds steeds hoorbaarder. Maar genoeg gezeurd; zo blijft er wat te wensen voor een mogelijke opvolger tenslotte. De bottom-line is dat dit eigenlijk een prima album is geworden, nog net wat beter dan voorganger ‘The Book of Souls’.
Het album blijkt begin 2019 al volledig opgenomen te zijn, tussen enkele tours door. Wederom in Parijs, in deze studio waar haar voorganger ook werd opgenomen. Geen corona-product dus, maar een echte teamprestatie. Hoewel bandleider Steve Harris de teugels strak in handen houdt. Hij is wederom verantwoordelijk voor het leeuwendeel. Zeven van de 10 nummer zijn door hem (mede-) geschreven, in tijdsduur zelfs bijna 80% van het gebodene. Maar vooral Adrian Smith en Bruce Dickinson hebben fijne bijdragen geleverd.
De heavy midtempo opener en titelnummer ‘Senjutsu’ verrast met tribal drumwerk, een fijn massaal gezongen refrein en een loodzware gitaarriff. Heerlijke en originele start! De twee songs hierna, ‘Stratego’ en ‘The Writing On The Wall’ hadden ons al als single bereikt. De eerste is een aardige uptempo song, de tweede een erg catchy meezinger met een Oosters aandoende gitaarriff en zowaar wat folkrock invloeden én de lekkerste zangmelodieën van de plaat. Zo kleurt de band zowaar voorzichtig enigszins buiten de al decennia vastgelegde lijntjes. Het eerste progrock epos is Harris’ ‘Lost In A Lost World’. Bruce zingt relaxed over wat akoestische gitaren alvorens er na twee minuten een typisch Maiden huppelritme losbarst en het geheel wat cliché vervolgt zonder echt te beklijven, daarvoor is het net teveel los zand. De song eindigt, voorspelbaar, zoals hij begon.
Dan bevalt het door Smith/Dickinson gepende ‘Days Of Future Past’ me een stuk beter. De riff is lekker puntig en het refrein beklijft. Al zingt Bruce wel op het randje van zijn bereik hier. Tel daar de fijne solo van Adrian bij op en je weet genoeg. Een prima nummer dat in 4 minuten meer zeggingskracht heeft dan de meeste 10+-durende songs op het album. ‘The Time Machine’ start weer rustig met een dreigend zingende Bruce alvorens echt te rocken. Mooi nummer, al hebben we de bekende blije, huppelende Janick Gers-riffs al te vaak gehoord. Mijns inziens sowieso de meest overbodige muzikant in de huidige bezetting, maar dat terzijde. Wederom een Smith/Dickinson compositie met de powerballad ‘Darkest Hour’. En wat voor één! Bruce levert zijn beste vocalen van het album af, vol theatrale emotie, met een lekker zwaar aangezet refrein. Waar Dickinsons’s ‘Empire of the Clouds’ op de vorige plaat al het onbetwiste hoogtepunt was, is deze ietwat vergelijkbare, maar veel puntigere ballad dat hier. Fijne gitaarwerk van Adrian ook.
En dan volgen er nog drie 10+-minuten durende progrock-epossen uit de schrijverspen van Steve Harris. Stuk voor stuk vergelijkbaar qua opbouw: een rustig nogal lang intro, daarna een heaviër gedeelte, een tempowisseling, om weer met het intro te eindigen. En alle drie opgerekt met oeverloze instrumentale secties en zelden toewerkend naar een hoogtepunt, zoals dat vroeger wel het geval is. ‘More is more’ is duidelijk het motto van Harris. Maar slecht zijn ze zeker niet. ‘Death Of The Celts’ leunt op een Iers (of Keltisch waarschijnlijk) thema en apart ritme. Het instrumentale deel doet wat denken aan ‘The Rime of the Ancient Mariner’, maar dan minder. ‘The Parchment’ is met 12.38 min. het langste nummer. De Oosters aandoende riffs refereren aan ‘Powerslave’, de synthesizers geven het een proggy sfeertje. Hoewel er lang niet al teveel gebeurt, ondanks alle gitaarsolo’s, kabbelt het wel lekker gezapig voort eigenlijk, totdat na 10 minuten de onvermijdelijke tempoversnelling zich alsnog inzet. Afsluiter ‘Hell On Earth’ bouwt ook weer uiterst traag op met rustige basspel waarna de typische en voorspelbare Maiden-riffs invallen. Bruce’s zanglijnen volgen de akkoordenschema’s en af en toe zit zijn stem daardoor op het randje. Verder een lekker nummer, dat echter weinig platgetreden paden mijdt en niet weet uit te monden in een climax.
Ondanks alle kritiek die een verstokte fan als ik heb, is het tóch een fijn album geworden. Sowieso mogen we blij zijn dat er na dik veertig jaar nog steeds nieuw plaatwerk verschijnt. De hoogtepunten komen van de hand van het duo Smith/Dickinson, waar Steve Harris toch weer teveel in zijn comfortzone blijft hangen. Een punt aftrek voor de productie, maar ik sla hem in zijn geheel toch net wat hoger aan dan voorganger ‘The Book of Souls’. En voor degenen die gaan voor het fysieke product, die zien er in alle uitvoeringen weer prachtig uit!
(85/100)(Parlophone Records)
Tracklist
1. Senjutsu
2. Stratego
3. The Writing On The Wall
4. Lost In A Lost World
5. Days Of Future Past
6. The Time Machine
7. Darkest Hour
8. Death Of The Celts
9. The Parchment
10. Hell On Earth
Line up
Bruce Dickinson – Vocals
Steve Harris – Bass
Dave Murray – Guitar
Janick Gers – Guitar
Adrian Smith – Guitar
Nicko McBrain – Drums