Guitar Force – Different Universe
|Een viool. Toegegeven – uw recensent is van het masculien geslacht en biedt bij deze excuses aan als de volgende opmerking om welke reden dan ook seksistisch overkomt – de promofoto die de Poolse formatie Guitar Force meelevert, is geen straf om te bekijken. Vanzelfsprekend doel ik dan niet op drummer Ignacy Rudnicki, guitarist Jakub Calka en gitarist/oprichter Marcin Habaj. De band telt liefst drie vrouwelijke schonen, waarvan dus één met viool. Dat laatste gegeven strekt tot enige nervositeit. Metal en violen: dan zit je niet zelden in een onwaarschijnlijk bombastisch hoekje van het gothic genre. Dan doe je Guitar Force normaliter echt te kort. Habaj heeft inmiddels een goede naam opgebouwd als songwriter van stevige, melodische metaltracks, waar die viool van Dorota Kulig een prominente, maar geen overheersende rol speelt.
Eigenlijk was er niets mis met Guitar Force, op het blote feit na dat de band volhardde in het gebruik van de moerstaal… Pools. Dat was voor de thuismarkt prima, maar internationaal scoor je daar niet echt mee. De band tekende derhalve dit jaar bij het Finse label Inverse Records. Op 16 september verschijnt op dat label de eerste plaat na – komt-ie – ‘Na Koniec Świata Świata’ uit 2015. De eerste plaat in het Engels. Wat levert dat op? Een lekkere openingstrack met ‘To the End Of The World With Ronin’. Niks mis mee. Lekkere riffjes, sterke harmonische vocalen, geen bijster originele solo’s, maar er valt ook niet heel op aan te merken. Dan verwacht je toch dat die lijn wordt doorgezet. Dat klopt, maar iets te letterlijk, want de inspiratie was blijkbaar na één nummer al op. De tweede track ‘Tribute’ kun je vrijwel naadloos over de opening leggen, los van het vioolintro. Zelfde toonsoort, zelfde tempo, solo bestaande uit snelle triolen.
Nummertje drie. ‘Time flies so fast’, zingt Antonina Rysz. Helaas niet op deze cd. Sterker: al na drie nummers wordt dit strontvervelend. Zo strontvervelend dat een mislukte taart tijdens Heel Holland Bakt de aandacht volledig wegneemt. De plaat wordt zo een soundtrack onder de beelden van een zompige homp deeg en een triest kijkende André van Duin. Niet eens zo gek als soundtrack. Ja, de vocalen zijn ijzersterk. Ja, de gitaren klinken virtuoos. Het geheel is top geproduceerd, ook dat moet gezegd. Maar daar redt je een plaat niet mee.
En dan komt ‘Nurt’. Een ballad. In het Pools. De luisteraar veert op. Want dit is wel mooi. Erg mooi, zelfs. Al versta je er geen sodemieter van, je voelt de song. De violen draperen rond de zanglijn als een fladderend gordijn in openslaande tuindeuren, figuren vormend door de wind die de stof laat plooien. Een verstild beeld van een prachtige vrouw die de zon haar huid laat kussen. ‘Nurt’. Het betekent ‘beek’. Die beek zie je. Je voelt het water. Je hoort het ruizen. In het Pools klinkt het allemaal echt betoverend, mystiek bijna.
Die viool en het Pools. Dat redt deze plaat. En die foto. De hoes moet je ritueel verbranden. Eigenlijk moet je elke band die Pegasus zonder enige aanwijsbare reden op de hoes afdrukt, verplicht twintig afleveringen van My Little Pony laten bekijken. Advies? Ja. Śpiewać w języku polskim. Succes met Google Translate.
(5/10, Inverse Records)