An Evening With Knives presenteert ep op sfeervol Loud Noise Festival
In januari dit jaar presenteerde An Evening With Knives haar debuutalbum in een bomvol skateparkin hun hometown Eindhoven. De heren hebben blijkbaar de smaak te pakken. Op 1 september presenteert An Evening With Knives een nieuwe EP, ‘Fade Out’ genoemd.
De band doet dit in Woensel West op het Loud Bird Festival. Een klein sfeervol festival midden in Eindhoven waarop Tattoo art, Barbecue en muziek elkaar samen zorgen voor een mooi rock ’n roll feest. Op het festivalterrein vermaakt een gemêleerd publiek van baarden, tattoos, gezinnen met kleine kinderen en stoere rockers zich met lekker eten, biertjes, snoepgoed en een grimeerstand waar kinderen worden omgetoverd tot griezelwezens, als waren ze KISS’s Gene Simmons himself.
De zon staat vol op het podium alsAn Evening With Knives iets over vijven het podium betreedt. Niet echt het tijdstip voor een duistere rockband wiens levensmotto luidt: “Where the wall of sound falls down into a sea of tranquility”. Maar Marco, Ivo en Peer laten zich door de omstandigheden niet ontmoedigen. Sterker nog, An Evening With Knives speelt een bijzonder sterke show vol hypnotiserende grooves, duistere riffs en urgente vocalen. Het schoolplein voor het geïmproviseerde podium stroomt gedurende de show langzaam vol. Hoofden schudden en vuisten gaan de lucht in. Recht voor het podium staat een trio jonge rockers die onvermoeibaar hun haren door de lucht headbangen. ‘Come Undone’ met zijn onverbiddelijke riff en doordenderende groove is een eerste hoogtepunt. Het allermooist is het titelnummer van de nieuwe EP. Het epische ‘Fade Out’ verhaalt over de worsteling van Marco’s vader die leed aan Alzheimer. Duister, hard en intens maar o zo mooi. Wanneer de laatste tonen van ‘Drowning in Daybreak’ wegsterven druipen de mannen van het zweet en Peer heeft zowaar zijn schouders en armen verbrand zo vol in de zon. “Alles voor de kunst”.
An Evening With Kniveslaat ook op Loud Bird zien dat de band klaar is voor de grotere podia.
fotografie: (c) Bert Gysemans
