Ghost – Impera
|De enige geestelijken die ik vertrouw zijn de mannen van Ghost, deze keer aangevoerd door Papa Emeritus IV, oftewel de charismatische Tobias Forge in een nieuwe outfit. En het vertrouwen wordt niet geschaad, want deze ´Impera´ klinkt weer als een kerkklok. Net een tandje heaviër én geïnspireerder dan het gelikte, doch prima ´Prequelle´ uit 2018, maar gelukkig nog even catchy. Negen nieuwe psalmen en drie korte doch spannende instrumentaaltjes telt de plaat. Voor de band reden om eindelijk weer een lange tournee te ondernemen, welke in april het Rotterdamse Ahoy aan doet. Op eerste Paasdag nog wel, dat beloofd een stichtelijk avondje!
‘Imperium’ vormt de rustige, doch spannende opmaat naar meteen één van de uitschieters van de plaat: het bereheavy en zeer afwisselende ‘Kaisarion’. Een bijna Halford-achtige gil volgt op mooi twingitaarwerk, waarna de drums het uptempo nummer aanvoeren en mooi inkleuren. Zoals gebruikelijk wurmt het refrein zich diep in je hersenpan, maar ook de leadgitaren nemen nu een hoofdrol. Dat was op zijn voorganger wel anders. De song zit vernuftig in elkaar, zo ken ik Ghost nog niet. Heerlijke start derhalve. Het poppy keyboardje dat ‘Spillways’ opent doet aan Bon Jovi’s ‘Runaway’ denken, waarna het kamerbrede refrein wederom Abba ademt. Licht verteerbare poprock, maar een prima contrast met de hardrocker ervoor. Het dreigende, wat trage ‘Call Me Little Sunshine’ kennen we al als single en blijft een hele fijne track met een mooi vol geluid vol Hammondorgel. Lekker meezingbaar zal dit live een vuisten-in-de-lucht-hoogtepuntje zijn. Ook ‘Hunter’s Moon’ is al bekend, want eerder uitgebracht voor de soundtrack van de film Halloween Kills. Wat vlotter van toon en poppier, is dit weer een meedeiner van formaat.
Achter de productieknoppen zat wederom Klas Åhlund, die de plaat van een zwaar, beetje bass-heavy, doch gelikt geluid heeft voorzien. Zoals te horen is in het typische Ghost-nummer ‘Watcher in the Sky’. Een wat lullig basgitaartje, vele gitaarlagen en een stuwend ritme vormen de basis voor een catchy refrein. Al is het mij net wat te eentonig. Na het korte keyboardintro ‘Dominion’ volgt het vreemde, wat ongrijpbare ‘Twenties’. Het heeft een origineel, wat hakkelend ritme en een gemeen klinkende Tobias, die in de studio duidelijk beter bij stem is dan live. Al zal dat met name aan de techniek liggen. De gitaarsolo is prima uitgewerkt hier. De wat gladde ballad ‘Darkness at the Heart of My Love’ vervolgd. Het mooie refrein redt het nummer enigszins, maar het is wel op het randje. Dan smaakt de afwisselende rechttoe-rechtaan rocker ‘Griftwood’ me een stuk beter met zijn lekkere gitaarwerk en dito refreintje. Ghost volgens het boekje, dat wel. Het bijna zeven minuten durende ‘Respite on the Spitalfields’ sluit de plaat in stijl af. Wederom een (semi)rockballad, maar deze is minder glad, veel afwisselender en vooral spannender. Het prachtige gitaarwerk valt wederom op; zo jammer dat die gitaristen anoniem blijven. Ik hoop dat ze er in ieder geval goed voor betaald zijn. Al schijnt Opeth’s Fredrik Åkeson de snaren deze keer deels beroerd te hebben. Het levert in ieder geval een prachtige, lekker dramatische en bombastische track op welke een passend slotstuk van deze hoogmis vormt.
Ghost heeft het weer voor elkaar en levert een mooi werkstukje af die ik met nèt wat meer plezier opzet dan zijn voorganger. Hoe lang de Tobias Forge geïnspireerde songs kan blijven afleveren, vraag ik me af, daar het geluid van zijn kindje toch wel redelijk vaststaat. Maar vooralsnog is dit heerlijk entertainment. Op naar Ahoy dus! En voor de vinyl liefhebbers: het album is in vele kleuren te verkrijgen en het bevat een extra boek vol prachtig artwork.
(90/100 – Loma Vista Recordings)
LINE-UP
Papa Emeritus IV – Vocalen
A Group of Nameless Ghouls – Instrumenten
TRACKLIST
- Imperium
- Kaisarion
- Spillways
- Call Me Little Sunshine
- Hunter’s Moon
- Watcher in the Sky
- Dominion
- Twenties
- Darkness at the Heart of My Love
- Griftwood
- Bite of Passage
- Respite on the Spitalfields