Saxon teert niet op oude roem in 013 Tilburg

Facebookrssmail

Een rockconcert op maandagavond, het is geen gelukkig huwelijk meestal. Ook vanavond blijkt een sterk verkleinde zaal van 013 slechts matig gevuld te zijn, al kan het ook aan de enorme concurrentie van optredens liggen dezer dagen. Je kan je geld maar één keer uitgeven tenslotte. En menig classic rockfan heeft Saxon natuurlijk al gezien op één van de festivals afgelopen zomer. Hoe dan ook, druk was het niet en dat maandagavondsfeertje bleef toch enigszins hangen, hoezeer beide bands ook hun best deden. Maar desalniettemin, altijd beter dan een avondje Netflixen natuurlijk.  

De NWOBHM-maatjes van het hoofdprogramma, Diamond Head, mogen de avond om 20.00u stipt aftrappen. En dat doen ze overtuigend. De band is vooral bekend als influencer van Metallica die vier nummer van ze coverde en daarmee het pensioen van de (oud-)bandleden royaal aanvulde. Het klinkt wat sneu als grootste wapenfeit, maar als ‘s werelds bekendste rockband je halve debuutplaat kopieert, is dat natuurlijk een enorme bos veren in den bips, ook al kende het debuut ‘Lightning to the Nations’ (1980) verder weinig commercieel succes. Tegenwoordig is alleen de blonde gitarist Brian Tatler nog over van de oerbezetting. Voor de sound maakt dat niet zoveel uit, het is op en top jaren 80 metal. Het geluid is okee, het licht net een tandje te veel gedimd. En ook al zingt Rasmus Bom Andersen niet altijd even toonvast, zijn enthousiasme vergoedt veel. Het publiek veert vooral op bij de ‘Metallica-nummers’, waarvan met name afsluiter ‘Am I Evil’, met zijn prachtige intro, diepe indruk maakt. Net als de mooie twinsolo’s die Brian met tweede gitarist Andy Abberley er regelmatig uitperst. Prima opwarmer derhalve.

En dan Saxon. Het is altijd even afwachten wat voor setlist ze in elkaar hebben gedraaid. Nou is dit blijkbaar het eerste optreden van de promotour voor het nieuwe album ‘Carpe Diem’ (2022) en dus ging de festival-setlist vol klassiekers in de prullenbak en ligt vanavond de nadruk op het nieuwere werk. Een gedurfde zet èn set, want laten we wel wezen, het gros van de 50+-bezoekers komt natuurlijk voor de toppers van de eerste zes albums. Net zoals je bij Judas Priest-, Iron Maiden-, Whitesnake- of Queensryche-optredens je jeugd wil herbeleven middels vooral de ouwe krakers. Maar ook respect voor Saxon die weigert een nostalgie-act te worden. Alleen jammer dat de meeste nieuwe songs toch net wat minder indruk maken dan een ‘Motorcycle Man’, ‘Strong Arm of the Law’ of een ‘And the Bands Played On’.

De aftrap is lekker energiek middels het hakkende titelnummer van ‘Carpe Diem’. Het licht is mooi, de enorme rij Marshall’s indrukwekkend en vooral het geluid meer dan prima. Niet te hard en alles evenwichtig in de mix. Helaas is decorstuk de ijzeren adelaar achter gebleven in de UK. Opvallend dat ‘nieuwe’ gitarist Doug Scarratt (sinds 1995 alweer) vrijwel alle solo’s voor zijn rekening neemt en oerlid Paul Quinn dat alleen in de echt oude songs doet. Maar Doug doet dat vol overtuiging. Zingende patatboer (ooit een bijnaam die de Aardschok gaf) Biff Byford tikt alweer de 71 lentes aan, heeft twee jaar geleden een hartaanval gehad, maar staat nog altijd vol energie op het podium en waagt zich zelfs aan wat geheadbang. Als na één nummer ook zijn Hans Klok-ventilator het doet, kan hij tevreden met een wapperende grijze bos zijn teksten de zaal in zingen. Weinig zangers die na al die jaren nog zo constant presteren, top! En zijn presentie is altijd sympathiek en voelt gemeend. Niks geen ingestudeerde teksten waar menig frontman op terugvalt. Saxon is old school wat dat betreft.

De eerste 35 minuten komen er alleen nieuwere songs voorbij, waarvan het vlotte en harde ‘Sacrifice’ van het gelijknamige album uit 2013 me het best beviel. Biff vertelde wat over zijn fijne baan: ‘s avonds spelen, dan feesten en overdag slapen. Tsja, het klinkt waarschijnlijk romantischer dan het is. Dat gefeest heeft ook tot gevolg dat hij bij menig nummer moet gissen uit welk jaar het komt, maar met 24 (!) studioalbums zij het hem vergeven.

De eerste klassieker ‘Dallas 1PM’ wordt verwelkomt als een verloren zoon. En ook het navolgende ‘Heavy Metal Thunder’ gaat er heerlijk in. Bassist annex Duracel-konijn is onophoudelijk aan het headbangen en brengt het energielevel van de band op een hoger niveau. En drummer Nigel Glockler legt een foutloze solide basis. Verrassend is de zelden gespeelde mooie semiballad ‘Broken Heroes’ (van ‘Innocence is No Excuse’ uit 1985) in de set. Gevolgd door drie nieuwere songs: het donkere ‘Black is the Night’, de midtempo beuker ‘Metalhead’ en de snelle en prima ‘Remember the Fallen’. Reguliere afsluiter is natuurlijk het ouwetje ‘Wheels of Steel’ in een overtuigende en gelukkig niet al te lang uitgemolken versie.

In de toegiften dan toch die ‘trip down memory lane’. ‘747 (Strangers in the Night)’, ‘Princess of the Night’ en ‘Demin and Leather’ bevredigen ook de fans die zich nooit in het nieuwere werk verdiept hebben en zorgen ervoor dat iedereen toch met een glimlach de Tilburgse nacht instapt.

Resumerend: het optreden was solide, de show prima en bevlogen, maar de balans sloeg nèt wat teveel door naar het recentere werk. Een iets betere balans had deze maandagavond nog een tandje mooier gemaakt. Al zal niet iedereen het hiermee eens zijn.  

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ