South of Heaven, de zondag sloeg harder dan verwacht

Facebookrssmail

De laatste dag van South of Heaven voelde als een mix van bezinning, spierpijn en “we gaan nog één keer alles geven.” Geen stress, geen haast. Gewoon: op tijd bij de Gashouder staan, biertje halen, en kijken wat de dag brengt. En die bracht véél.

Tenside beet af om 12:15, en eerlijk: dat deden ze verrassend goed. Het begon wat regenachtig met een buitje of 2, maar dat mag de pret niet bederven. Je verwacht een half veld met slaperige koppies, maar deze Duitsers knalden er vol in. Strak gespeeld, energiek, en de eerste handen gingen al omhoog. De frontman Daniel Kuhlemann had er ook écht zin in. Mooie opener.

Gutalax kwam daarna, en dat was, zoals verwacht, compleet gestoord. Mensen in doktersoutfits, grindcore met toiletgeluiden, en de sfeer van een soort bizarre metal-kermis. Je ziet het en denkt: “wat is dit?” en vijf minuten later sta je lachend in een polonaise terwijl iemand een wc-bril omhooghoudt. Het werkte. Geen idee waarom. Maar het werkte.

Textures voelde daarna bijna als een kalmeringsmoment – maar dan met technische riffs en intense zang. Ze waren lang weg, maar het leek alsof ze nooit zijn gestopt. Superveel emotie in hun set, en het publiek voelde het. Veel knikkende hoofden, gesloten ogen, en een dikke wall of sound die je opzoog. Van oude bekende nummers, tot zelfs een nog niet uitgebracht nummer. We moesten opletten, zei zanger Daniël de Jongh over dat nummer

Decapitated deed wat Decapitated doet: strak, hard, en zonder franje. Gewoon brute death metal die nergens ontspant. Iedereen die net even op adem was gekomen bij Textures, werd weer in beweging gezet. Je voelde letterlijk de sfeer omslaan naar: oké, nu begint het serieuze werk. Je kon voelen dat het publiek deze set serieus op waarde schatte. Niet per se voor de chaos, maar voor de kwaliteit. En eerlijk? Ze staken er technisch gewoon bovenuit die middag.

Sylosis pakte dat moment perfect op. Snel, melodieus, agressief – echt zo’n band waarvan je denkt: waarom spelen die niet op meer festivals? Frontman Josh Middleton had een soort rustige intensiteit, bijna ingetogen, maar zodra hij begon te spelen: BAM. Ze brachten snelheid én sfeer. Kippenvel op sommige momenten, en twee wall of deaths tijdens het zelfde nummer. Eén van de meest complete sets van de dag, eerlijk waar.

Carcass was de veterane slagerij die iedereen verwachtte. Geen verrassingen, maar ook geen teleurstellingen. Gewoon vijfenveertig minuten chirurgische death ‘n roll van een band die al decennia weet hoe je een publiek op zijn plek zet. Je merkte dat veel mensen hier speciaal voor kwamen. Vol overtuiging, hard als altijd. Als je voor strakke, smerige perfectie kwam, was dit jouw moment van de dag.

In Flames is tegenwoordig een beetje een tweedeling – en dat voelde je ook tijdens de show. Tijdens het nieuw werk, dat tevens strak gespeeld was en met dikke visuals, bleef het publiek wat op afstand. Tot die oude nummers kwamen. ‘Only for the Weak’, ‘Cloud Connected’, ‘Alias”, plots stond de hele Gashouder in vuur en vlam (pun intended). Je voelde dat sentiment, dat nostalgische “oh ja!”-gevoel. En dat tilde de hele show omhoog. De band zelf was energiek, misschien wel beter dan veel mensen hadden verwacht. Ook nieuwe drummer Jon Rice wist zichzelf goed te bewijzen als een strak deel van de band!

En dan: Meshuggah. Tja. Meshuggah. Er is altijd een moment tijdens hun set dat je denkt: “Wacht even… hoe doen ze dit?” En dan ga je het proberen te snappen, geef je het op, en laat je je maar gewoon meeslepen. Dat gebeurde hier ook. De set was een soort trance. Geen enkel refrein, geen toegankelijke melodieën – en toch voelde het logisch. De lichtshow hielp ook enorm: die was perfect getimed met de ritmes, alsof het podium zelf met je meedeed. Niemand stond stil, maar het was ook geen pit-gekte. Meer een massale, trage headbangende golf. Meshuggah speelde een uur, maar het had ook een kwartier of drie dagen kunnen zijn – zo tijdloos voelde het.

Voor wie nog energie over had, was er nog een fijne afterbang in de Muziekgieterij. Savage Lands werd eerder op de dag op de mainstage al aangekondigd als een speciaal project van onderandere Megadeth drummer Dirk Verbeuren en meerdere als non-profit organisatie in band vorm, om de verloren natuur te herstellen. Deze show bevatte een aantal gastartiesten, waaronder Daniel van Textures. Van eigen werk tot covers die de zaal mee liet springen en schreeuwen. Ze wisten hoe ze een top show moesten neerzetten!

I Am Morbid. Het was laat. Iedereen was moe. Maar tóch stond de Muziekgieterij vol – en iedereen wist waarom: de ‘Domination’ set. Dertig jaar Morbid Angel’s brute klassieker, live gebracht door niemand minder dan David Vincent himself. En ondanks het uur en de vermoeide benen voelde dit als een soort geheime extra headline-show voor de die-hards.

De sfeer was uniek: zweterig, donker, vol respect. Geen gekke visuals, geen overdreven show, gewoon lekker hard knallen! Rond kwart over één was het klaar, en je zag het aan de gezichten: voldaan. Alsof de avond pas nu echt compleet was. Dit was geen toegift van het festival,  dit wás het slotstuk.

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ