The Dead Daisies, levendiger dan ooit
|Op 14 juni spelen voor het eerst dit jaar de Dead Daisies weer in Nederland; na Utrecht afgelopen november en Amsterdam in december staan ze nu in Zoetermeer. Lang voordat de deuren van de zaal opengaan staat er al een enorme rij voor de Boerderij, aangezien de eerste honderd aanwezigen toegang krijgen tot de meet & greet na het concert. Talloze fans proberen een felgekleurd en felbegeerd meet & greet-polsbandje te bemachtigen, al lukt het door de grote opkomst slechts een gedeelte van de groep. Gelukkig hadden enkele winnaars van RockMuZine al een persoonlijker Meet & Greet gewonnen, die voor het concert plaats vond.
Wat later, als de mensenmassa zich naar de zaal verplaatst heeft, begint het Rotterdamse ‘Order Of The Emperor’ te spelen. De band speelt onvervalste hardrock die sterk aan Thin Lizzy doet denken, en vormt een perfecte en toepasselijke inleiding op een avond vol muziek van hardrocklegendes (Daisiesbassist Marco Mendoza speelde zelf eens in Thin Lizzy!).
Rond tien over negen komen één voor één de Daisies op. Als ze eenmaal verzameld op het podium staan, trappen ze af met ‘Long Way To Go’, het openingsnummer van de avond én van hun een na laatste album. Na nog wat nieuwere nummers als ‘Make Some Noise’, ‘Song and a Prayer’ en een eigen klassieker in de vorm van ‘Mexico’, vertelt zanger John Corabi dat de Daisies natuurlijk een band of ‘supergroup’ vormen, maar eigenlijk zelf net zo goed fans zijn. Zo spelen ze naast hun eigen materiaal ook graag covers van hun favoriete artiesten, wat ze meteen illustreren door een cover te spelen van Neil Youngs ‘Rockin In The Free World’.
Na het wat rustigere ‘Lock n Load’, waar John Corabi op een akoestische gitaar meespeelt, wordt gitarist Doug Aldrich als eerste uitgebreid geïntroduceerd. Wat later volgt een fenomenale drumsolo van Brian Tichy; een betere introductie voor de drummer is niet denkbaar. Hij beukt onvermoeid op zijn drumstel in, laat zijn stokken omhoog de lucht in stuiteren, vangt ze weer op, en laat op een zeker punt de stokken helemaal achterwege om alleen met zijn handen verder te gaan. Na de drumsolo komt de band weer op om samen met het publiek ‘Join Together’ te zingen. Corabi is gewend het publiek te instrueren en op te hitsen, maar hier is dat niet nodig. Terwijl de zanger uitlegt wat de bedoeling is en aftelt tot het publiek moet gaan zingen, brult de zaal al lang uit volle borst mee.
De band is aangenaam verrast door het enthousiasme van het publiek, dat nog uitbundiger wordt als Marco met basgitaar en al het publiek induikt en een rondje door de zaal loopt. De sfeer in de zaal is al niet kapot te krijgen, en bij de Beatlesklassieker ‘Helter Skelter’ wordt het publiek (en de band) helemaal wild. Ondertussen heeft John Corabi zich vergist en de zaal aangesproken met ‘Rotterdam’. Niet lang daarna wordt er een kartonnen deksel op het podium gegooid waar ‘This is not Rotterdam!’ op staat. Een roadie schrijft er ‘Zoetermeer?’ onder en het stuk karton staat de rest van de avond op het podium.
Na de eerste toegift blijft het publiek schreeuwen, waardoor de Daisies nog een keer terug het podium op komen. Ze spelen Deep Purples ‘Highway Star’, met riffjes uit ‘Nobody’s Fault But Mine’ (Led Zeppelin) en ‘Voodoo Child’ (Hendrix) erin verwerkt.
De hele avond werd van begin tot eind gevuld met hardrock van het hoogste niveau. De Dead Daisies waren in topvorm, zochten voortdurend contact met het publiek en bleven elkaar en het publiek eindeloos complimenteren. Doug Aldrich is het schoolvoorbeeld van een perfecte leadgitarist; ogenschijnlijk zonder moeite speelt hij de snelste solo’s, afgewisseld door trucjes met zijn plectra. Er is niet alleen veel interactie tussen de band en het publiek, maar ook tussen de bandleden onderling, wat de show tot een geweldig schouwspel maakt. Niet alleen de fans kunnen terugkijken op een fantastisch concert, ook de band leek uitermate tevreden. In Brian Tichy’s woorden: “I know two things: you guys kicked ass all night, and you’re not Rotterdam!”
Foto’s (c) Anneke Klungers