The End Machine – The Quantum Phase
|The End Machine is één van de circa twintig projecten van supergitarist George Lynch. Eigenlijk niet veel meer dan een voortzetting van het geluid van Dokken en Lynch Mob, nu weer samen met zijn getalenteerde basmaatje Jeff Pilson (Dokken en recentelijk Foreigner). Vroeger zouden we dit een supergroup noemen, nu een aardig gelegenheidsbandje uit de kokers van Frontiers. Zo’n band die braaf contractueel zijn albums uitpoept onder de productionele leiding van de onvermijdelijke Alessandro Del Vecchio. Maar ook één die waarschijnlijk zelden of nooit zal optreden. Net als Sweet & Lynch, Dirty Shirley of een KXM, om maar enkele van Lynch andere ‘bands’ te noemen.
Voor dit derde album werd zanger Robert Mason vervangen door een zekere Girish Pradhan, uit India nota bene. Eerder zong hij niet onverdienstelijk zo’n ander Frontiers-vehikel in: Joel Hoekstra’s 13. Qua stem is hij vergelijkbaar met zijn voorganger, maar wel wat aan de ruigere en kleurlozere kant.
George Lynch pende ongetwijfeld het leeuwendeel van het materiaal op deze ‘The Quantum Phase’ bij elkaar, althans, zo klinkt het gebodene in ieder geval. Verwacht weinig verrassingen, maar gewoon een oerdegelijk rockalbum, geheel in de stijl van zijn twee bekendere bands en de voorgaande twee The End Machine albums. Avontuurlijk kunnen we Lynch niet meer noemen, behalve in de meestal prima uitgewerkte solo’s dan. Dat heeft hij dan weer gemeen met een Michael Schenker. Kwantiteit boven kwaliteit. Productioneel klinkt het mij iets te dun en nogal eenvormig. De drums staan me te hard in de mix, waar wat extra gitaarlagen het geheel wat meer ballen had gegeven.
Maar het gaat om de muziek natuurlijk. Na het album een aantal keer op repeat gedraaid te hebben, bemerk ik dat de aandacht regelmatig verslapt. Het gebrek aan echt opvallende songs en afwisseling, gekoppeld aan de wat saaie productie zijn hiervan de oorzaak. Het is zoeken naar meer beklijvende nummers. Opener ‘Black Hole Extinction’ dendert best lekker door, met prima baswerk van Pilson en een fijn uitgewerkte Lynch-solo. Het eentonige refrein is dan weer jammer. Het navolgende uptempo ‘Silent Winter’ is door het lange intro meteen het langste nummer en heeft een heerlijke riff. Het had zo op een oude Dokken plaat kunnen staan. De navolgende drie songs klinken helaas net zo cliché als de songtitels doen vermoeden.
We veren pas weer op bij het spannende ‘Burning Man’. De relaxte semi-ballad wordt overtuigend gezongen door een minder schreeuwerige Pradhan. Ook ‘Shattered Glass Heart’ is wat ingetogener en daardoor ook wel lekker te verteren, ondanks het jaren 80 meebrulrefrein. ‘Time’ heeft een mooie lange solo en is vooral daardoor goed te genieten. Volop Lynch Mob horen we terug in het midtempo ‘Hunted’. Snelste nummer ‘Into the Blazing Sun’ sluit het album niet onaardig, maar ook niet al te boeiend en wat rommelig af.
Al met al is er voor de George Lynch fans voldoende te genieten, zeker qua soleerwerk, maar verwacht weinig tot geen uitschieters of nummers die de tand des tijds gaan weerstaan. Daarvoor is het geheel net wat te dertien in een dozijn. Het album waardeer ik daarom net een puntje minder dan beide voorgangers. (72/100 – Frontiers Music)
LINE-UP
George Lynch – gitaar
Girish Pradhan – zang
Steve Brown -drums
Jeff Pilson – bas
TRACKLIST
1. Black Hole Extinction
2. Silent Winter
3. Killer of the Night
4. Hell or High Water
5. Stand Up
6. Burning Man
7. Shattered Glass Heart
8. Time
9. Hunted
10. Stranger in the Mirror
11. Into the Blazing Sun