The Last Internationale bewijst haar opwindende live-reputatie in Tilburg
|
De band die vrijwel iedereen die af en toe festivals of grote concerten bezoekt gezien zou kunnen hebben, maar die toch nog geen 100 man naar het gezellige Hall of Fame trekt op een zondagavond… Oftewel, het New Yorkse duo The Last Internationale (TLI). De sympathieke band heeft òf een heel goed boekingskantoor òf heeft erg veel bekende vrienden, want de afgelopen jaren waren een graag geziene gast op Pinkpop, Werchter, Graspop, Rock am Ring, Zwarte Cross, Paaspop etc. En deden ze Europese tours met onder meer Kiss, Kings of Leon, Deep Purple en Guns n’ Roses. Zelden stellen ze teleur, want feestje gegarandeerd! Maar goed, tot heel veel extra fans heeft dit nog niet geleid, want de zaal bleef maar voor een derde gevuld vanavond. Al blijft de zondag ook een lastige voor concerten.

Voorprogramma The Damned Few uit Overijssel heeft debuutalbum ‘Karabasan’ te promoten en die kans grijpen ze met alle acht de handen aan. De prettig gestoorde zangeres Dion Legebeke heeft een brutale en aandachtvasthoudende podiumpresentatie, en belangrijker nog, een indrukwekkende powerstrot! De groovende rock zit vol lekkere riffs en sowieso prima gitaarwerk en doet hier en daar denken aan Skunk Anansie met wat Wolfmother en Rival Sons-invloeden. Kan slechter. Het beukt allemaal lekker door, totdat tijdens het mooie ‘Someday’ en trage rocker ‘Soul’ er wat welkom gas wordt teruggenomen. Dion’s verwoede pogingen om de aanwezigen naar voren te halen, hebben weinig effect, maar gezien de publieksreactie is de waardering er niet minder om. In de ruige afsluiter ‘Thrash Metal Disease’ gaat de band nog éénmaal helemaal los. Prima kennismaking.

TLI is echt zo’n band die live boven zichzelf uitstijgt. Wat een energie, spelplezier en arbeidsethos! De fanclubafvaardiging uit België (gok ik) kwam er zelfs speciaal met schattig zelfgemaakte spandoeken en borden voor over. Gitarist Edgey Pires en superzangeres Delila Paz zijn op deze tour vergezeld door een inhuurdrummer en – bassiste. Met name die laatste mag vaker meetouren, want de kleine dame bast er heerlijk op los en is bijna net zo’n Duracel-podium-konijn als Edguy. Delila had enkele dagen eerder haar voet geblesseerd, dus huppelt nèt wat minder enthousiast over het podium, maar veel is er niet van te merken. Net zoals de band zich wederom volledig geeft, alsof ze voor 10.000 man spelen!

De door Paz a-capella gezongen opener gaat naadloos over in de vette MC5-cover ‘Kick Out the Jams’. Met zijn Tom Mortello-achtige gitaarwerk bouwt Pires menige song soms minutenlang lekker uit, onafgebroken over het podium springend. Maar de echte ster is natuurlijk de kleine grote zangeres Delila, die zowel qua uitstraling als stembanden nogal rijkelijk is bedeeld. Halverwege speelt ze solo op piano bloedmooie versies van ‘Running for a Dream’ en hoogtepunt, de bluesy ballad ‘Soul on Fire’. Even daarvoor is het al kippenvel met de akoestische cover ‘Freedom Town’.

Maar verder rockt het optreden als een malle. Rage Against the Machine is zelden ver weg, zoals in het opzwepende ‘1984’ of ‘Life, Liberty, and the Pursuit of Indian Blood’. Het aanstekelijke country-achtige hitje ‘Wanted Man’ wordt weer volop meegezongen en lang opgerekt middels een (gebruikelijke) sessie midden in de zaal. Tijdens de afsluiters ‘Hit ’em With Your Blues’ en ‘Battleground’ staat de halve zaal op het podium mee te dansen, springen en zingen. Om maar te benadrukken dat het één grote blije familie was daar tijdens die anderhalf uur in Tilburg. Affijn, zo’n optreden waar je bij had moeten zijn. De thuisblijvers hadden weer eens spreekwoordelijk enorm ongelijk. Maar een revanche laat vast niet lang op zich wachten, TLI zien we wel weer terug op de zomerfestivals. Tot de volgende party!



















