BloYaTop – Fever
|BloYaTop maakt met het derde album ‘Fever’ een drieluik, en een hoofdstuk van de muzikale carrière van dit plezierig Angelsaksisch klinkende muziektrio uit Limburg af. Daar waar het eerste studio album ‘Why Waltz’ enigszins leunde op hun ZZ Top coverband verleden, met invloeden uit de swamp, werd met ‘Mayday’ de eigen sound definitief gevonden en ingevuld. De BloYaTop sound typeert zich door een bijna sprekende verhalende zang en dito bas van Mr. E. Deze manier van zingen geeft de band op voorhand een onderscheidend facet in vergelijking met veel andere recht voor zijn raap rocktrio’s. De altijd goed gemutste drummer Paul Huge stuwt de muziek voort met effectief en energiek slagwerk zonder te veel poespas. Dit tweetal maakt het terrein vrij voor, gevaarlijk om hem zo te noemen, de bescheiden Limburgse meestergitarist Mark Ferguson.
Na het beluisteren van het nieuwe album ‘Fever’ is onze conclusie dat de BloYaTop-sound en daarmee de muzikale creaties en uitingen verder geëvolueerd zijn. Het album is net als de voorganger opgenomen in Studio Theelen en ook hier is invloed van ‘vierde’ bandlid Mano Theelen hoorbaar in de mooie en sterke mix van de plaat. De soms zeer lage, diepe bas, en spetterende drums hebben een heerlijke balans gevonden tussen de bijzondere, gevarieerde en gelaagde gitaarpartijen. BloYaTop is er weer in geslaagd een kanjer van een rock album te maken met een mooie variatie aan sferen en klankkleuren. En niet te vergeten met de typische beschouwende humor in de teksten.
Albumopener ‘Sing Me Chaos’ geeft direct het visitekaartje af. Vette gitaarakkoorden met doortimmerde en ingespeelde bas en drums. Wat dit nummer een extra spanning meegeeft is de toevoeging van drie blazers die met name in het middendeel de aan Richie Blackmore herinnerende gitaarsolo vooruit stuwt. De rechtse directe rockers ‘Hard To Say I’m Sorry Again’ en ‘Don’t We All’ zouden zo onder het beste werk van AC/DC en geschaard kunnen worden met flarden gitaarpartijen die rechtstreeks van Joe Satriani afkomstig konden zijn.
Op ‘Perfect Caper’ wordt het instrumentarium uitgebreid met een Hammondorgel. Hoewel de arrangementen zich ook zonder toetsen gemakkelijk staande houden geeft de (h)eerlijke Hammond sound in het refrein de song een extra dimensie. In het door ons als muzikaal hoogtepunt bestempelde Fever wordt een geweldige groove opgebouwd door het trio met hard, rauw en dissonant gitaarwerk waarmee Ferguson zichzelf in de champions league van de rockgitaristen speelt. ‘Speak of the Witch’ creëert een Halloween achtige sfeer met zware bas, gitaar en zeer onheilspellende zangpartij, en ‘Lucky Lucky’ zet een ietwat frissere sfeer neer. ‘Magic Word’ daar en tegen doet qua sfeer en dynamiek denken aan de Henry Rollins Band uit de tijden van het album Weight: gesproken zang, open en drukkend gitaarspel, zware bas en drums.
Traditiegetrouw is de afsluiter van een BloYaTop-album de opmaat naar het volgende album. Het lijkt hier of er in een mooie metafoor terug gekeken wordt op de lange weg die dit hardwerkende trio heeft afgelegd om te komen waar ze vandaag staan. Drie eerlijke hardwerkende muzikanten, drie prachtige Cd’s, inmiddels een live reputatie binnen en buiten Nederland: een dijk van een rocktrio dat haar roots heeft weten om te smelten in een eigen geluid. ‘Blackwater Station’ is hopelijk genoemd naar een tussenstation voor de liefhebbers, fans en de band. Let’s further join the ride and the show will never end. (8/10) (Rockinc)