Iron Maiden – The Book of Souls

Facebookrssmail

Maidenfans heb je in categorieën. Fans die na het vertrek van Paul Di’Anno alles prut vinden. Fans die na The Number of the Beast hartgrondig verklaren dat de band zich hierna had moeten opheffen. Fans die alles na het liefst ritueel zouden verbranden. Fans die de twee Blaze Bayley-schijven eigenlijk gewoon een dikke vergissing vinden. Fans die alles in het tweede Dickinson-era, beginnend met Brave New World, overbodig achten. Welnu: Fuck ‘m all. Iron Maiden levert met ‘The Book of Souls’ een van de beste platen af in hun oeuvre. Zo. Die staat. Hoewel wij de mening over de Bayley-albums eigenlijk wel delen.

Iron Maiden Speed of Light!Natuurlijk, het was spannend. Om te beginnen: wat zou de band nog brengen na vijf jaar? Laten we heel eerlijk zijn – de laatste studioplaat, ‘The Final Frontier’ dat in 2010 uitkwam, was niet sterk, bij vlagen te voorspelbaar en zelfs saai. Velen vielen virtueel over de band heen. Iron Maiden was definitief over haar houdbaarheidsdatum heen. Ed moest maar eens met pensioen, het niveau van briljant werk als ‘Powerslave’, ‘Somewhere in Time’ en het conceptalbum ‘Seventh Son of a Seventh Son’ zou nimmer meer gehaald worden. Toen de band bovendien eind vorig jaar bekendmaakte dat boegbeeld Bruce Dickinson moest worden behandeld in verband met tongkanker en de release van ‘The Book of Souls’ werd uitgesteld, pakten zich er heel donkere wolken samen boven Maiden. Maar: Dickinson werd succesvol behandeld en in het voorjaar genezen verklaard. Alles dat ook maar het minste greintje aansprak maakt op het predikaat ‘hogere macht’, zij hiervoor geprezen. Om alle goede redenen, in de eerste en voornaamste plaats voor de frontman zelf. Geen misverstanden.

Maar ook omdat we nu eindelijk dat langverwachte zestiende album kunnen omarmen, een klein half jaar na de oorspronkelijke geplande datum. Hemelzijdank, want wat is ‘The Book of Souls’ een heerlijke plaat geworden. Dat is niet alleen de verdienste van Dickinson die vocaal sterker is dan ooit, maar van de hele band. Alsof ze nog één keer alles moesten geven. Opmerkelijk, als je bedenkt dat de plaat werd opgenomen voordat de tongkanker werd geconstateerd bij de zanger. ‘The Book of Souls’ was toen eigenlijk zo goed als af. Dat het een bijzonder album zou worden, wisten we al. Bijzonder omdat dit het eerste album is dat niet door EMI is uitgegeven, maar dat is absolute bijzaak en slechts interessant voor de statistieken. Het album is vooral bijzonder omdat alle nummers in de studio zijn afgeschreven en direct opgenomen, om het gevoel te krijgen van het live spelen. Het heeft gewerkt. Maiden klinkt levendiger dan op welke studioplaat dan ook.

Het feit dat Eddy op de hoes staat afgebeeld als Maya-krijger, is prachtige symboliek. De Maya’s geloofden in leven na de dood en koesterden de zielen van de overledenen. De Maya’s geloofden bovendien dat alles een ziel had en voor de ziel moest je uitzonderlijk goed zorgen. Een mooier beeld is nauwelijks denkbaar bij dit album. De ziel van Iron Maiden is hier gekoesterd.

De ziel die na ‘Seventh Son’ langzaam doofde, keert terug in de zo kenmerkende, harmonieuze gitaarriffs van Smith, Gers en Murray. In het spel smelten drie zielen samen tot één. Dan laat die ene ziel zich dragen en tegelijkertijd ritmisch teisteren door de beukende Nicko McBrain, samen met Steve Harris de ruggengraat van het lichaam waarin de ziel leeft, sterft en voortleeft. De ziel keert echter altijd terug naar haar huis, het fundament waar zij liefde weet in de poëtische, profetische woorden van Dickinson. Dan wordt de ziel lyrisch en verheft zij zichzelf in theatrale vocalen. Het klopt allemaal.

Op die rare opening na dan… De plaat begint met een toetsenpartij die nog het meest lijkt op ‘Also Sprach Zarathustra’ op een veel te hoog toerental. Gelukkig klinkt al snel die vertrouwde stem: groots, dieper, doorleefder, wat heser in het hoog, met een rauwer randje dan op voorgaande platen, maar onmiskenbaar Bruce Dickinson. Dat ‘rauwe randje’ is pas echt goed te horen op ‘Speed of Light’, de officiële single van het album. Oerdegelijke rock met Maiden-signatuur. Klaar. Geen onsje minder. Dan hoor je ook dat er echt zorg is besteed aan de balans van de hele plaat. ‘Speed of Light’ wordt gevolgd door een absolute Maiden-klassieker-in-de-dop: ‘The Great Unknown’. Luister vooral naar de majestueuze opbouw van dit nummer. Hier wordt een monument gebouwd. Een tempel. We klimmen naar de top van de tempel, proberen het onbekende te bereiken en dalen dan weer langs de gouden tempeltrappen naar beneden, waar de krijgers klaarstaan om je te begeleiden op de volgende reis.

Dan heeft de band zelf nog lang niet het hoogste punt bereikt. Dat doet het pas in de titeltrack. Het klassieke intro, gevolgd door de dreigende sound waarop Maiden al sinds Powerslave een patent heeft door het gebruik van mineur harmonische toonladders die dat mystieke, Oosterse sfeertje oproepen. Hier vinden de zielen elkaar na vijf jaar weer terug. Ze dansen op drie keer zes snaren. Ze worden bejubeld. Ze worden meegenomen. Ondermeer naar de ‘Shadows of the Valley’. De wat meer zure criticasters zullen hier schrijven dat de lead-riff wel erg lijkt op ‘Wasted Years’. Da’s waar. Het is in de basis dezelfde techniek. Wat dan nog? Dit is wat de fans willen horen.

De fans krijgen waar ze naar hebben gezocht, vijf jaar lang. Misschien wel langer. Veel langer. De Maya’s hadden gelijk. De ziel sterft niet. Ze leeft. Voor altijd. In Iron Maiden.(10/10) (Parlophone)

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ