Roadcrew – Snake in the Dirt
|Er zijn grofweg twee manieren om een debuutplaat op te nemen in het meer stevige rockgenre. De eerste methode is verreweg het gemakkelijkst: je plettert de hele mikmak in een redelijk geluidsdichte ruimte, sluit wat opnamemicrofoons aan en gaan met die handel. Voordeel van dit soort platen is dat je de ‘live-vibe’ overbrengt en het echt aankomt op de liedjes. Die moeten echt stevig genoeg zijn om een dergelijke methode te overleven. De tweede methode kost meer tijd. Dan sluit je jezelf echt een flinke tijd op in een studio en probeert het beste uit het materiaal te halen. In dit specifieke geval begon Roadcrew al in augustus vorig jaar met de opnames van hun debuut dat nu twee weken uit is. Het moet gezegd: ‘Snake in the Dirt’ klinkt als de spreekwoordelijke klok. Voor het merendeel, dan.
Roadcrew dus. Van Urk – uit Flevoland. Waar ze de titel ‘Beste Band van Flevoland’ al in de wacht sleepten. De band mocht zelfs tekenen voor de titelsong van de film ‘De Bende van Urk’. De band van frontman, gitarist en zanger Gertjan Koster heeft een geweldige livereputatie, maar kozen toch voor de lange weg qua debuutalbum. In de studio ontdekte de band namelijk dat de nummers niet helemaal af waren voor de plaat. Roadcrew trok zich vervolgens terug in de oefenruimte, sleutelde aan de nummers totdat ze opnamerijp waren. Zo ‘klootte’ de band, naar eigen zeggen in een interview met 3voor12, een jaartje aan.
En wat levert de ‘kloten’ op? In de eerste plaats scepsis. Want nummers die live staan als een huis – getuige de podiumreputatie van Roadcrew – ombouwen tot iets dat opnamewaardig is… dat levert doorgaans niet de beste platen op. Het wordt te gemaakt, te gekunsteld, te ‘steriel’. Dat kan bij een band als Roadcrew nooit de bedoeling zijn. De band klinkt live als een bataljon soldaten die maanden droog hebben gestaan op allerlei gebied en grommend, tierend en bulderend op weg zijn naar de dichtstbijzijnde plaats waar ze zich kunnen laven aan alles waar een groot deel van de Urker bevolking zich doorgaans verre van houdt. Dat grauwen, bijten en snauwen willen we op de plaat horen.
En? JA. Meteen raak met de opening ‘Lil’ Bit’. Potdomme. Rock ’n roll met het schuim op de bek. Nu hebben we sowieso een zwak voor zwaar metaal op Gibson-gitaren. Dat bijterige geluidje krijg je alleen uit dat soort hout. Vooral in het solowerk komt die scherpe sound lekker naar voren, mede dankzij een uitstekende productie. Dat jaartje ‘kloten’ in en buiten de studio heeft in dit geval dus zeker het gewenste resultaat gehad. Favorieten op de plaat: ‘Television’ en ‘Hold On’ – een bijna-ballad. Mooi uitgewerkt, met een lekker akoestisch gitaartje in de backing en fraaie melodie. Dit is een van de nummers waar de stem van Kosters echt lekker klinkt. Hier hoor je pas dat hij een goede rockstem heeft: vol en rauw. Gitaartechnisch laat de band zich hier ook van haar beste kant horen.
‘Alive’ is een echte ballad, maar dat nummer wordt helaas nergens spannend. Gelukkig is de volgende track ‘Showgirl’. Van dat kaliber had Roadcrew er nog wel een stuk of tien mogen opnemen. Dit stampt en beukt zoals het rock ’n roll betaamt. Hier ruik je het verschaalde bier in die vuige kroeg, met dat bandje op een te klein podium, met de drumkit gebouwd op het biljart waarvan het laken al aan stukken is gescheurd. Dit is energie. ‘I like it’. Echt wel. Het enige waar je dan nog op hoopt is die enorme uitsmijter die je de tent uitsodemietert omdat je headbangend op de bar bent gaan staan. Die uitsmijter is ‘Free Bird’. Af en klaar. Maar waarom…. Waarom… waarom… eerst nog dat vreselijke ‘Right Beside Me’? Wat was hiervan de bedoeling? Enfin. Gewoon skippen, waarna je met ‘Snake in the Dirt’ een dijk van een debuut overhoudt. (8/10) (Roadcrew Music)