Kamelot – Where I reign – Very best of the noise years 1995-2003
|Gitarist Thomas Youngblood en drummer Richard Warner richtten in het zonnige Florida in 1992 de symfonische rock/metal band Kamelot op. In de loop der jaren zijn er enkele line-up wissels geweest maar Thomas is nog steeds de gitarist van deze vijf mansformatie. Op dit dubbel album hoor je een compilatie t/m 2003. Al hun albums hebben mooie covers. De mooiste zijn te zien in het full colour boekje wat bij dit album zit.
CD1
Orkestrale en melodieuze start van het bekende ‘Eternity’, van hun gelijknamige debuutalbum. Wie Kamelot niet kent (en dit voor het eerst hoort) zal verbaasd zijn als na een minuut de metal om de hoek komt kijken. Woorden worden in hoog tempo op je afgevuurd. Dit is in balans met het tempo in de muziek, maar het maakt de verstaanbaarheid iets lastiger. Diverse wendingen worden perfect verweven in het geheel. Tijdens een instrumentaal stuk hoor je donderende drums en gillend gitaarwerk. De zwaar aangezette bas gaat mee in dit behoorlijk hoge tempo. De mooie melodie blijft bij dit alles in tact. De volume knop heeft, voor de tweede keer, een slinger naar rechts gekregen. Flinke vocale power uithaal op vlak voor het gave einde.
Stormgeluiden en de zee, dan weet je direct dit is:’Call of the sea’. Mooie, langzame opbouw van lichte rock naar rock/metal, waarbij de snaren een belangrijke rol vervullen. Tijdens het refrein is er een snufje poppy sound toegevoegd. Hierdoor blijft het nummer al snel in je hoofd kleven. Jammer genoeg wordt het einde weg gedraaid.
Een paar hele snelle piano klanken bij aanvang van ‘Millennium’, waarna up tempo metal klinkt. Hier is het ritme belangrijker dan de melodie. De piano keert een paar keer terug. Net te kort om indruk te maken. De opbouw van dit nummer is vrij eentonig.
‘Where I reign’ start met een orkestraal intro, waarbij een fluit op de voorgrond klinkt. Langzaam en sober gespeeld. Metal-invloeden en orkest wisselen elkaar vloeiend af. De emotie in de zang is goed hoorbaar, versterkt door staccato gespeelde gedeelten. Minder up-tempo, meer melodie in een instrumentaal stuk. Mooi weg stervend orkestraal eind van dit goed opgebouwde nummer.
CD2
‘Desert reign’ heeft een sferische start door een fluit. De bar chimes worden een paar keer beroerd. Dit is een rij metalen pijpjes met ieder een andere, heldere toon. Deze, en andere details lopen mooi over tussen de boxen. In het opzwepende buikdans-ritme zijn de Arabische invloeden duidelijk hoorbaar. Zonder dat je het merkt dit gaat het over in ‘Nights of Arabia’. Het opzwpende ritme is er nog steeds, aangevuld met een heerlijke bas groove. De songtitel wordt door meerdere vocalen gezongen. Vocaal en instrumentaal zeer goed opgebouwd. Mooi dat ook strijkers, waaronder de cello nog even te horen zijn. Dit super nummer wordt helaas weggedraaid.
Snel bespeelde toetsen en donderende maar strak bespeelde drums. Ook de snaren zijn strak en snel bespeeld. In ‘Until Kingdom come’ is het ritme op de voorgrond, de melodie is iets minder van belang. Na een kleine verandering in ritme komt de melodie om de hoek kijken met gaaf gillende snaren. Eerdere delen uit ritme komen terug. Strak gespeeld einde.
In het intro van ‘We three kings’ is het orkest weer te horen. Perfecte balans zowel tussen melodie en ritme als tussen symfonie en metal. Er zijn ruim voldoende wendingen. Waarbij sommige aangenaam verrassend zijn, bijvoorbeeld het minimalistisch stukje. Hier hoor je o.a akoestisch gitaar, met op de achtergrond koorzang; ingezet als instrument. De opbouw van dit nummer is fantastisch.
Strijkers klinken samen met up tempo metal bij aanvang van ‘Centre of the universe’. Melodie en tempo gaan hand in hand. De bas is er niet alleen als ritme-instrument, maar er komt ook een vet basloopje onder de dikke snaren vandaan. Na een decrescendo in de muziek neemt ook de zang in volume af. De stem heeft nu een warme en vriendelijke kleur, deze match goed met gast zangeres Mari Youngblood. Al snel nemen tempo en volume weer toe. Je hoort een paar piano klanken waarna dit nummer mooi weg sterft.
In sommige nummers lijken de up tempo stukken iets te veel op elkaar. Een enkel nummer wordt op het eind beetje fantasieloos weg gedraaid. Verder veel pluspunten. Mooie verdeling tussen metal/symfo en tussen ritme/melodie. Veel verrassende details en wendingen. Goede verdeling over de boxen, bovendien is de geluidskwaliteit prima. Deze dubbelaar geeft een overzicht wat Kamelot heeft gemaakt. Deze lekkere, toegankelijke en opzwepende nummers luisteren makkelijk weg. Heerlijk om de volume knop flink open te draaien en goede zin te krijgen òf te houden.
(8/10, Noise Records)