Good Charlotte is eenvoudig hoogtepunt in 013

Facebookrssmail

Soms is een beetje nostalgie heel fijn. Daarom ging men op 18 februari massaal naar 013, om Good Charlotte een greep uit zijn flinke discografie te horen nemen en natuurlijk allemaal de handen omhoog te gooien op ‘The Anthem’. Was het ook echt een feest voor jong en oud? Dat lees je hier!

De avond opent met The Dose, een tweekoppige band uit Californië. De zaal is nog niet heel erg vol, maar dat houdt de heren niet tegen. De frontman probeert het publiek mee te krijgen, al lukt dit niet geweldig goed. Dit kan natuurlijk komen omdat de muziek van de band niet erg overeenkwam met de rest van de avond, of gewoon omdat het nog vroeg was. Het is in ieder geval een goede en rustige opwarmer, waarbij je rustig een biertje of frisdrankje kan drinken en intussen genieten van de drummer, die vakkundig zijn drumstel in elkaar slaat en zichtbaar geniet van zijn eigen muziek.

Als je de energie mist tijdens The Dose, dan zit je goed bij Boston Manor. De Britse band staat geen moment stil en het publiek wordt ook opgeroepen om lekker mee te doen (wat nog steeds niet helemaal gebeurt, maar het idee is er in ieder geval). Het is te merken dat deze band qua genre iets beter overeenkomt met de rest van de programmering, want er wordt een stuk meer meegezongen dan bij The Dose. Toch is er niet echt iets wat eruit springt bij deze set, waardoor het half uurtje dat de band speelt precies lang genoeg is voor nu.

Het geschreeuw wordt een stukje hoger zodra Sleeping With Sirens het podium betreedt. Dit kan best komen door frontman Kellin Quinn’s gemiddelde noot, maar het is leuk om dit verschil te kunnen horen. De band raast redelijk snel door zijn set heen en ‘vergeet’ zelfs een encore – richting het einde van de set wordt gezegd dat er nog één nummer gespeeld wordt, wat er uiteindelijk drie worden, duidelijke poging tot encore dus – en laat hierbij vooral tijd voor Quinn om te laten horen wat zijn stem kwam. Er is weinig publieksinteractie vanuit de band, al zijn de aanwezige fans wel flink te horen. Al in al een prima set, maar niet het hoogtepunt van de avond.

Dit hoogtepunt is uiteraard de Good Charlotte set, maar niet voor de redenen die je zou denken. Het is geen hyperactieve set, geen directe momenten waarvan je mond open valt, niks pretentieus. De heren komen op, gaan staan en beginnen lekker te spelen. Er is geen twijfel mogelijk dat de band zich thuis voelt op het podium, dat dit net zo bekend is voor ze als hun eigen huis, en dit straalt door de hele set heen. Juist door dit gevoel is de energie tijdens de set iets wat zich opbouwt – ja, natuurlijk knalt iedereen hard bij de bekendste hits, maar naarmate de nummers zich opstapelen en de albums worden afgestreept voel je jezelf ook op je gemak worden en wordt het een intieme set.

De Madden broertjes nemen het grootste deel van de interactie op zich en doen dit ook heel natuurlijk. Zo wordt er onder andere een acht-jarig kind, dat vooraan staat, betrokken bij de show, wordt het publiek aangemoedigd om onderling ook te praten als er vragen worden gesteld (“Waar was je in 2004” bijvoorbeeld) en, als er iemand tegen de grond aan gaat richting het einde van de show, wordt de show stilgelegd totdat diegene weer op kan staan. De show wordt afgesloten met ‘Lifestyles of the Rich and Famous’ en iedereen springt mee.

Het is een lange avond geweest als de lichten na elven weer aan gaan. Op papier zou je niet denken dat deze bands echt bij elkaar passen, maar in de praktijk is het hierdoor een lekker gevarieerde avond met voor ieder wat wils en een leuke blik op de alternatieve scene door de jaren heen. Geschiedenis is nog nooit zo leuk geweest!

Foto’s (c) Armelle van Helden

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ