Burning Rain – Face the music
|In 1998 richtten gitarist Doug Aldrich en zanger Keith St. John de hardrockband Burning Rain op. Deze rock kanjers zijn gebleven. Na enkele bandwissels zit Blas Elias achter het drumstel. Bassist Brad Lang maakt de line-up compleet.
Met ‘Revolution’ opent dit album lekker rockend, dat is inclusief heerlijke ruwe rockstem van Keith. De opbouw is vrij eenvoudig maar opzwepend. Door het gillend gitaarwerk van Doug zet ik het volume wat hoger. Het is heerlijk om deze rock door het huis te laten rollen.
Bij aanvang van ‘Lorelei ‘wordt er leuk gespeeld met de verdeling over de koptelefoon. Met zijn ruwe stem weet Keith de vocale uithalen goed te halen. Het geheel nodigt uit om uit volle borst mee te ‘zingen’. Met ruim zes minuten is dit één van de langste nummers. Hoewel de opbouw, net als het eerste nummer, redelijk couplet- refrein is, is dit nummer boeiender om naar te luisteren. De snaren zijn super bespeeld, en op het einde is dit helemaal geweldig!
Het tempo ligt in ‘Nasty Hustle’ een stuk hoger. Het gaat wel wat ten koste van de verstaanbaarheid van de zang. Erg is dit niet, want dit is lekkere recht toe recht aan rock. ‘Shelter’ heeft een verrassend klein gespeelde start. De rauwe zang komt erg mooi uit. De meerdere stemmen vormen een goede blend met de laid back sfeer. Het nummer blijft in balans. Even lijkt er een rockende wending te komen, deze ‘uithaal’ duurt amper een seconde, maar gaaf is het wel! Dit is een verrassende, toffe rockballad!
De titeltrack is een rocknummer dat aansluit bij de vorige pakkende nummers. Het is inderdaad fijn om de positieve vibe van muziek te ondergaan. Een portie muziek houd je (in moeilijke tijden) op de been, maakt je hoofd leeg, ontstresst, kortom muziek kan bevrijdend zijn. De opbouw naar het einde van ‘Face The Music’ is mooi.
De nummers die hierop volgen zijn ook ‘old- school’ rock. Er is regelmatig goed gespeeld met de verdeling van de muziek over de boxen. Verrassende elektronische klanken bij het begin van ‘If It’s Love’. De toetsen die zijn verweven op de achtergrond zorgen voor een vleugje blues. De meerdere stemmen zijn wat zoet, toch prima toegevoegd. Dit nummer is vrij klein gespeeld en gezongen, het einde is weggedraaid.
In ‘Hideaway’ zijn de snaren iets zwaarder bespeeld, maar de melodie blijft behouden. Het zoet klinkende “Ahahaha” wordt een aantal keer herhaald, en brengt een vleugje pop in de rock. Dit wordt afgewisseld met de ruwe, soms langzame, rock zang. Het instrumentale stuk bevat leuke details. Het eindigt helaas met een vrije saaie fade out. De drums zorgen er mede voor dat ‘Since I’m Loving You’ een gave start heeft. Daarna volgt er rock, zoals er in een aantal eerdere nummer ook te horen was. Ook hier wordt het einde weggedraaid.
Een aantal van deze elf nummers hebben een redelijk voorspelbare opbouw. Jammer dat enkele nummers (een beetje fantasieloos) worden weggedraaid. Gelukkig zijn er zijn ook nummers die verrassend eindigen. Liefhebbers van dynamiek in het drummen zullen dit misschien missen, maar het strakke drumwerk van Blas is zeker niet storend. Samen met Brad op bas is de ritmesectie prima. Zang en gitaar trekken de meeste aandacht naar zich toe. Dit zijn de belangrijkste pijlers van dit heerlijke no-nonsense rockalbum (79/100) (Frontiers Records)
Track list:
1. Revolution
2. Lorelei
3. Nasty Hustle
4. Midnight Train
5. Shelter
6. Face The Music
7. Beautiful Road
8. Hit And Run
9. If It’s Love
10. Hideaway
11. Since I’m Loving You
Line up:
Keith St. John – zang
Doug Aldrich – gitaar
Brad Lang – bas
Blas Elias – drums
(Let op: check je spambox en voeg info@rockmuzine.nl toe aan je whitelist)