Chris Robinson Brotherhood hoeft niet te leunen op The Black Crowes in Paradiso
|Chris Robinson moet zich ondertussen aardig thuis voelen in Amsterdam; de Amerikaan, bekend van zijn rol als zanger van The Black Crowes die in de jaren ’90 hits hadden als ‘Remedy’ en ‘Hard to Handle’, is er regelmatig te vinden. Zo stond hij in maart 2018 nog met zijn Chris Robinson Brotherhood in Paradiso – dat dat goed bevallen is, blijkt uit het feit dat hij er op 12 juli opnieuw stond om er nummers te spelen van het laatste CRB-album, ‘Servants of the Sun’.
De band heeft voor de Europese tour zijn eigen voorprogramma meegevraagd; het Britse Magic Bus reist een poosje met de Brotherhood mee en verzorgt ook in Paradiso het eerste optreden van de avond. Het is de eerste keer dat de band in Amsterdam staat, maar de Britten worden er niet minder warm door onthaald. De naam Magic Bus geeft al het nodige weg; de band, gekleed in felgekleurde kleding met psychedelische prints, lijkt regelrecht uit de jaren ’60 te komen. De originele muziek wisselt tussen upbeat pop, trage bluesachtige rock, en psychedelische en prog-achtige intermezzo’s, maar de sixties-klank blijft overal even sterk aanwezig. De authentieke en afwisselende muziek weet het publiek moeiteloos mee te slepen, en als de band met een enthousiast dankwoord afscheid neemt (“dreams do come true”) wordt het getrakteerd op een even enthousiast applaus vanuit het publiek.
Een zo mogelijk nog harder lawaai komt uit de (ondertussen flink volle) zaal wanneer Chris Robinson en zijn bandleden even later het podium opkomen. Dat de band zo’n twintig minuten later is dan gepland, heeft het enthousiasme eerder aangewakkerd dan doen afnemen. Door het openingsnummer ‘Comin’ Round The Mountain’ zit de sfeer er meteen in; niet alleen in de zaal, waar er uitbundig gedanst en meegezongen wordt, maar ook op het podium, waar elk bandlid zich vol overgave in de muziek stort.
Het duidelijk zichtbare plezier op het podium en de energie in de zaal lijken elkaar alleen maar te versterken door de avond heen. De vijfkoppige band kan een vierstemmige zang neerzetten, wat voor een indrukwekkend vol geluid zorgt. Het publiek kent haast alle nummers en maakt er een feestje van; of de band nu een zorgeloos vrolijk liedje als ‘Roan County Banjo’ speelt of een minutenlange, psychedelische jam als in ‘Rare Birds’. Elk rustmoment in de nummers en elke korte pauze voor de band overgaat op een nieuw nummer wordt door het publiek aangegrepen om de band te laten merken hoezeer het concert gewaardeerd wordt.
Hoewel de naam van de band misschien doet vermoeden dat het optreden puur om Chris Robinson draait, krijgt elk van de (uiterst bekwame) bandleden wel zijn momentje in de spotlights. Chris Robinson zelf, die niet veel tijd verspilt aan loze praatjes, blijft echter wel publiekslieveling; de zanger is nog bijzonder goed bij stem en klinkt geen greintje zwakker dan tijdens het hoogtepunt van zijn roem in de jaren ‘90. Als Chris tijdens ‘Behold The Seer’ ook nog een virtuoze mondharmonicasolo neerzet, gaat het publiek dan ook helemaal los.
Precies om half elf lijkt de avond voorbij te zijn als de band het podium afgaat, maar het publiek hoeft maar een paar minuten te fluiten voor de mannen terug zijn voor een toegift. Die toegift is kort, maar krachtig: een cover van Rod Stewart’s ‘Mandolin Wind’, perfect uitgevoerd met Robinson’s ruige, hese stemgeluid, vormt een waardige afsluiter van een avond vol rock-, blues- en countryklanken. The Black Crowes-fans werden teleurgesteld: er werden geen oude hits gespeeld, maar leunen op oude glorie is ook iets dat de Brotherhood niet in het minst nodig heeft om een volle zaal uitstekend te vermaken. De muzikale expertise van de bandleden, Chris Robinson’s charisma en nog altijd typerende stem en uitstraling, en het ongetemde enthousiasme van het publiek vormden samen een onvergetelijke ervaring die ervoor zorgde dat ook deze keer vast niet de laatste keer was dat de Amerikaanse band in het Amsterdamse Paradiso stond.