Rival Sons – Darkfighter

Facebookrssmail

De machtige Rival Sons hebben hun zesde album klaar. Wat zeg ik, de zevende is ook al gereed en komt dit najaar! Liever had ik één langere topper gezien, in plaats van dat de fan nu twee keer diep (zeker als je vinyl koopt) in de buidel moet tasten. Deze ‘Darkfighter’ telt namelijk slechts acht nummers in een kleine 40 minuten. Maar zolang iedere minuut mooi is, zal ik ook niet al te kritisch zijn. De gemiddelde aandachtspanne is tegenwoordig geen dubbelaar lang helaas. In de coronajaren is er lang geschaafd aan de songs en dat hoor je. De sound is net weer een stapje origineler geworden, verder verwijderd van de rootsrock van Greta Van Fleet, Black Keys, Wolfmother of Led Zeppelin. Maar of deze het succes (Grammy-nominatie voor Best Rock Album) van voorganger ‘Feral Roots’ uit 2019 gaat overtreffen?

Het nadeel van het huidige verdienmodel is dat er voor een release flink wat singles worden uitgebracht. Zo kenden we de helft van de plaat al en dat maakt de eerste luisterbeurt net wat minder magisch. De verrassing is er wat af. Zo is de overdonderende snelle beuker vol catchy riffs ‘Nobody Wants to Die’ al bijna een jaar oud. En ook de het prachtig opgebouwde, radiovriendelijke ‘Bird in my Hand’ zing ik al maanden mee. Heerlijk nummer, licht van toon en met een onweerstaanbaar refrein. Derde single ‘Rapture’ is een trage, slepende en donkere ballad vol dynamiek. De akoestische gitaren worden mooi afgewisseld met vervormde elektrische. De vierde single, ‘Guillotine’ ligt nog het dichtst bij de oude retrosound. Het beukt lekker, maar is net een tandje minder dan de andere drie nummers.

Dan de rest. Opener ‘Mirrors’ is een wat aparte, nogal bluesy aftrap. Hij komt wat traag op gang, is wat hak op de tak en beklijft pas na vele malen draaien. Net als je er lekker inzit, komt er namelijk weer een akoestische break, maar het refrein is prachtig. ‘Bright Light’ is de meest zomerse song op deze overwegend donkere plaat. Het meezingbare lichtvoetige nummer draait lekker weg, dat dan weer wel. En wat blijft Jay Buchanan toch een veelzijdige zanger. De twee langste nummers sluiten het album af. ‘Horses Breath’ is een buitenbeentje, maar wel een heel mooie. Het uptempo nummer heeft een vrij unieke sound, al had de solo van Holiday wel iets spannender gemogen. Het epische ‘Darkside’ sluit in schoonheid af. Jay krijgt alle ruimte om te schitteren in gevoelige coupletten en Scott Holiday gaat los met zijn meest smerige gitaarsound. Prachtig opgebouwd werkt het naar een mooie climax en ontplooit zich als één van de uitschieters op het album.

Deze wederom vlekkeloos door Dave Cobb geproduceerde ‘Darkfighter’ is prachtig geworden, met eigenlijk als echt enige kanttekening de wat korte speelduur. Van hetzelfde niveau als zijn voorganger, al duurt het wel wat langer voordat het album echt landt. Maar dat zijn, cliché, cliché, wel vaak de beste. En nu maar aftellen totdat tegenhanger ‘Lightbringer’ uitkomt. Topalbum! (93/100 – Atlantic Records)

LINE-UP


Jay Buchanan – lead vocals/ guitar
Scott Holiday – guitars
Dave Beste –  bass
Michael Miley – drums

TRACKLIST


1. Mirrors
2. Nobody Wants To Die
3. Bird In The Hand
4. Bright Light
5. Rapture
6. Guillotine
7. Horses Breath
8. Darkside

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ