Tricklebolt: de ‘voorprogramma’-status ontgroeid

Facebookrssmail

Het Sallandse Tricklebolt timmert hard aan de weg: de jonge band stond in het voorprogramma van Uriah Heep, was de openingsact van Extreme in 013 en treedt zelf natuurlijk ook op als hoofdact. Dat laatste was het geval op 1 maart, toen Tricklebolt optrad in Hedon als onderdeel van een vierdaagse minitour langs Nederlandse podia. De dagen ervoor speelde de band in Duitsland, als voorprogramma van de band die bij de Nederlandse clubtour juist voor Tricklebolt het voorprogramma verzorgde.

Marius Tilly is de frontman van het naar hem genoemde powertrio dat om negen uur de avond opent. De drie Duitse mannen lopen het podium op en trappen, gehuld in rook, meteen af. Met niets anders dan drums, een basgitaar, een gitaar en Marius’ rauwe stem zet de band een geluid neer dat afwisselend ruig, luchtig en beklemmend is. Tijdens ‘Skin’s Electric’ gooit Marius zijn gitaar opzij om gebruik te maken van een effectenpedaal op de vloer, waardoor het nummer een minutenlange psychedelische jam wordt. Het laat duidelijk zien hoe veelzijdig de muziek is die de band produceert; vooral als even later het nummer ‘Hercules’ volgt, dat tegelijkertijd duidelijk rock en verrassend dansbaar is. Marius Tilly speelt een kleine drie kwartier, en daarna wordt het podium razendsnel omgebouwd om de hoofdact op tijd te kunnen laten beginnen.

Het is uiteindelijk iets over tienen als Tricklebolt, verwelkomd door veel applaus en geschreeuw vanuit de volle zaal, opkomt. Na het openingsnummer ‘Open the Gate’ heet zanger Bastian het publiek welkom en zegt met een brede lach: ‘Mooi dat jullie er allemaal zijn! Dat is twee keer meer dan verwacht!’. Even later blijkt dat de kleine zaal van Hedon waar de mannen spelen zelfs helemaal uitverkocht is – dat maakt van de avond een zo mogelijk nog groter feestje. De band speelt vooral nummers van het nieuwe album ‘Tricklebolt’, dat net uit is. Het nummer ‘N347 Pt. II’ heeft ruimte voor zowel Thin Lizzy-achtige gitaarloopjes als een prominente plek voor de kenmerkende hammondklanken van Roy Scholten, waardoor de invloed van Uriah Heep duidelijk naar voren komt.

Na nog wat origineel materiaal in de vorm van ‘White Women’ (Bastian grapt dat het nummer over ‘witte wieven’ gaat) en ‘River’ (een nummer dat van Deep Purple had kunnen zijn), is het tijd voor een cover. De band speelt ‘The Life I Live’ van het Haagse Q65, een klassieker uit de jaren ’60 waar niet alleen uitbundig op gedanst wordt, maar waarvan de tekst zelfs hier en daar ook nog meegeschreeuwd wordt. Om iets over elf overlegt Bastian even met Roy ‘de klokkenman’ hoe veel ze nog kunnen spelen, en grijnst; ‘We hebben nog even!’. Er volgt een cover van het Beatlesnummer ‘Helter Skelter’, dat de band perfect neer weet te zetten met zijn rauwe geluid. Het publiek gaat nu echt helemaal los – helemaal vooraan ontstaat zelfs iets dat lijkt op een mini-moshpit. De afsluiter van de avond is het nummer ‘1996’, dat naadloos overgaat in ‘Highway Star’ van Deep Purple zodat Roy zijn fenomenale spel nog eenmaal kan laten zien in de hammondsolo. Aan het eind komt de band even bij elkaar en nog voordat de mannen hebben gebogen, schreeuwt het publiek al ‘We want more!’. Een toegift zit er echter (helaas) niet in; de liefhebbers moeten toch echt weer even wachten tot het volgende concert, en dat duurt gelukkig niet lang.

 

Tricklebolt toonde zich in de kleine zaal van Hedon een veel ervarener band dan van een samenstelling met zulke jonge muzikanten verwacht kan worden. Elk bandlid is een meester op zijn instrument; de vingers van Daan Pen vliegen razendsnel over zijn bas en Ymte Koekkoek is een onvermoeibare drummer wiens energieke drummen geweldig is om te zien. Elk bandlid heeft zijn momentje in de spotlights, en daardoor is Tricklebolt niet alleen een samenstelling van goede muzikanten maar ook een echte eenheid. Nu speelt de band nog in uitverkochte kleine zalen, maar daarmee blijkt dat de Sallandse mannen helemaal klaar zijn voor de grotere Nederlandse podia.

 

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ