The Australian Pink Floyd Show benadert perfectie in 013 Tilburg
|Maar of we met die perfectie zo blij moeten zijn? Daarover later meer. The Australian Pink Floyd Show behoort zonder twijfel tot de wereldtop der Pink Floyd coverbands, jawel! Het verhaal gaat dat David Gilmour himself ze uitnodigde voor zijn verjaardag. Vreemd dat hij zelfs op zijn verjaardag Pink Floyd wil horen denk ik dan, maar vooruit, het staat wel lekker op de CV van deze mannen. En alweer het derde jaar op rij dat ze 013 aandoen trouwens. Sinds de oprichting in 1988 in Adelaide zijn er al heel wat muzikanten gepasseerd, maar de versie van vanavond gaat voor een groot deel al een jaar of vijf mee en bevat zelfs in gitarist Steve Mac en keyboardman Jason Sawford twee oerleden.
Op een koude, regenachtige dag, waarop zowel Ajax als AZ uit de Europa League vliegen én het eerste Corona virusgeval uitgerekend in Tilburg geconstateerd wordt, strijkt het 10-koppig Australisch gezelschap in 013 neer om er haar helden te eren en een daarmee een naar vervlogen muzikale tijden hunkerend publiek op haar wenken te bedienen.
Coverbandjes, of iets respectvoller: tribute bands, ik heb er eigenlijk weinig mee. Ik mis de creatieve uitdaging of de spanning en trots om eigen werk te spelen. Maar er is een markt voor, zéker voor bands die zelf niet meer optreden, oftewel, waarvan er geen alternatief is om live te aanschouwen. Zo kost een kaartje voor deze show maar liefst € 55 euro; ter vergelijking, het laatste Pink Floyd concert in Nederland, in 1994 in de Kuip kostte 57,50 in guldens! Big business dus, deze tribute. Al is 013 niet lang niet vol, dus de hoge prijs zal ook een barrière geweest zijn.
Maar degenen die er waren, kregen wél een prachtige avond voorgeschoteld. Om stipt 20.30 uur start de show achter een groot doek waarop de silhouetten van de band te zien zijn. Het geluid is perfect: elk detail is hoorbaar, niet té hard en natuurlijk quadrafonisch zoals Waters en Gilmour het gewild zouden hebben. Gestart wordt er met twee instrumentale nummers van de minder bekende soundtrack ‘Obscured by Clouds’ (1972).
Als het doek valt, wordt de band (inclusief een saxofonist en drie achtergrondzangeressen) zichtbaar, samen met de uitbundige lichtshow die gedomineerd wordt door de typerende cirkel zoals ook Floyd deze in een wat grotere versie in haar liveshows gebruikt. In deze cirkel worden de films tijdens de nummers geprojecteerd, vaak met een Australisch kangoeroe thema. Na de wat minder bekende start volgen vooral ‘hits’, zoals ‘Us and Them’, een prachtige ‘What Do You Want From Me’ en al snel het eerste hoogtepunt: ‘The Great Gig in the Sky’ waarin de dames uit het achtergrondkoortje op de voorgrond mogen treden met hun indrukwekkende gegil. Mooi. Een uitbundige ‘Another Brick in the Wall – part 2’ besluit de eerste set. Opvallend en kenmerkend: tijdens dit nummer verruilt de gitarist na de eerste solo zijn Les Paul voor een Stratocaster om solo twee te spelen, die blijkbaar weer net een ander geluid behoeft. Dit soort details onderscheiden deze Australiërs waarschijnlijk wel van de honderden andere Floyd tributes.
De set is in twee keer een uur verdeeld, met een helaas iets te lange 30-minuten durende pauze welke de vaart en sfeer er wat uithaalt. Wat opvalt na een uur? De licht/lazershow en muziek benaderen de helden tot op 95%. Echter straalt er vanaf het podium weinig spelplezier of emotie af. Ze doen geconcentreerd hun ding, op een zeer hoog niveau, maar veel vonken slaan er niet over helaas. De zanger staat stil en kijkt twee uur lang ergens naar in de verte, de rest van de band verlaat zijn vierkante meter ook helaas nooit.
Na enkele nummers worden we eenmaal kort toegesproken, na de pauze nog een keer. Maar goed, de echte Pink Floyd-leden waren ook geen feestnummers zullen we maar denken, al heeft Roger Waters meer uitstraling dan deze tien bij elkaar. Maar men komt voor de muziek en het visuele plaatje en beiden kloppen tot in vrijwel elk detail. Dat moet gezegd. Zo kunnen ook de gitarist en bassist prima zingen en zijn beide gitaristen sowieso enorm goed bezig. Waarbij ik een voorkeur heb voor de technisch zeer begaafde snarenman met de mooie naam David Domminney Fowler (de krullenbol rechts op het podium).
Na de pauze gaan we ver terug in de tijd met ‘Astronomy Domine’ van het album ‘The Piper at the Gates of Dawn’ uit 1967. Een lange uitvoering van ‘Shine on You Crazy Diamond’ en een prima ‘Sorrow’ (van ‘A Momentary Lapse of Reason’) noteer ik als andere hoogtepunten alvorens aan de eindsprint begonnen wordt. In het slotakkoord wordt het publiek er wat meer bij betrokken en komt er meer sfeer in de zaal, met dank aan de wat stevigere en snellere nummers ‘One of These Days’ en ‘Run Like Hell’. Het opblaasvarken is tijdens deze songs logischerwijs vervangen door een opblaas kangoeroe. De verdiende toegift is een inkoppertje, namelijk ‘Comfortably Numb’ met een minutenlang prachtig solerende Fowler en een discobol die 013 in hogere sferen brengt.
Een dikke twee uur lang Pink Floyd muziek, op een zeer hoog niveau nagespeeld en ondersteund door een uitbundige licht- en lazershow. Meer dan dat is er niet nodig om een paar duizend man te vermaken vanavond. Want gezien de vele blije gezichten gaan er weinig mensen ontevreden naar huis vanavond. Hooguit wat bezorgt vanwege een in Tilburg opgedoken virusje… Persoonlijk had ik iets meer bezieling en spelvreugde willen zien, maar ik heb zeker genoten en heel veel slechtere tributes aanschouwd de afgelopen jaren. Tot in 2021 dan maar weer!
Foto’s (c) Jeroen Schortemeijer