The Last Internationale bewijst opwindende live-reputatie in Trix

Facebookrssmail

Het New Yorkse duo The Last Internationale heeft een nieuw album te promoten en Europa ontvangt ze met open armen. In Antwerpen spelen ze vanavond verrassend in de kleinere (boven)zaal van Trix, dus qua bekendheid hebben ze nog wel wat werk te verzetten. Maar met optredens zoals vanavond komt dat snel goed. Niet voor niets zijn ze een graag geziene gast op festivals als Pinkpop, Werchter en Paaspop: kwaliteit èn een feestje gegarandeerd! Zelfs Kiss nam ze vorige keer mee op hun Europese afscheidstour (part 3 of zo). Muzikaal past The Last Internationale (vanaf nu TLI) overigens daar niet echt bij, hun bijzondere mix tussen alternatieve blues en Rage Against the Machine-achtige opzwepende rock is vele malen dimensionaler dan die van de geschminkte heren. Maar prima voor de naamsbekendheid.

De ‘Trix Club’ is vanavond dus de gastheer en begint al slecht door een half uur later dan aangekondigd open te gaan. Erg gezellig wachten is het niet daar in die betonnen catacomben. Druk ook niet trouwens, de zaal zou met zo’n 250-300 man ongeveer voor tweederde vol lopen. Veels te weinig voor de sympathieke gitarist Edgey Pires en superzangeres Delila Paz. Niet voor voorprogramma Taipei Houston (vreemd genoeg uit San Francisco) trouwens, want dat viel me niet mee. Bestaande uit de broers Myles en Layne Ulrich, oftewel een ADHD-drummer en bassist annex gitarist. En jawel, de zonen van Metallica drummer Lars. Dat laatste is ongetwijfeld de reden van deze support slot, want de muziek kan het niet zijn.

De nogal zenuwachtige, overstuurde metal spuit als een White Stripes-on-speed de zaal in op standje tinnitus, het publiek wat verwonderd achterlatend. De nummers bieden weinig houvast en hooks, al houden beide heren de aandacht met de enthousiaste presentatie de aandacht wel vast. Ik mis in de nummers waar Layne bas speelt toch wel een gitaar, hoe vervormd hij zijn bas ook laat klinken. Kortom, het is in de verste verte geen opvolger van Metallica, maar de heren zijn nog jong. En de kruiwagen van pappa Lars helpt ze vast verder op de muziek-businessladder, uiteindelijk. Voor het geld hoeven ze het vast niet te doen.

Na een korte ombouw trapt TLI af met ‘Killing Fields’ van debuutalbum ‘We Will Reign’ (2014). Delila ziet er oogverblindend uit in haar strakke catsuit en ze is prima bij stem, hoewel nog herstellende van een keelontsteking. Het geluid is helaas nogal lomp hard en veel te zwaar. Dat wordt later wel wat beter, maar het blijft wat behelpen. De band is aangevuld met drummer en bassist, maar het draait volledig om Delila en Edguy, die beiden geen moment stil staan en non-stop het contact met het publiek zoeken. De lekkere protestsong ‘Life, Liberty, and the Pursuit of Indian Blood’ van hetzelfde album vervolgd. Later volgen van die plaat ook nog de beuker ‘1968’, de bijna gospelblues ‘Fire’, de door RATM beïnvloede ‘1984’ en de catchy hit, de western-achtige en mooiste TLI song ‘Wanted Man’. Blijkbaar is de band zeer content met het debuut, en niet onterecht.

De band speelt maar dertien nummers speelt in krap anderhalf uur. Bijna elk nummer wordt mooi uitgebouwd middels langere solo’s en intermezzo’s met het publiek. Al had ik liever nog wat extra song’s van hun mooiste plaat ‘Soul on Fire’ gehoord. Die komt er wat bekaaid af middels de heerlijke bluesy titelsong, bijna solo uitgevoerd door Delila achter de keyboards en later midden in het publiek het nummer afmaakt. Ook ‘Mind Ain’t Free’ en de melodieuze ‘Hard Times’ (waarop Delila de bas hanteert) worden gebracht. En als toegift de meezinger ‘Hit ‘Em With Your Blues’, waar het publiek traditiegetrouw op het podium mee mag dansen en zingen. Een heerlijk slot aan een wat kort, doch zeer entertaining optreden.

Van het te promoten nieuwe album ‘Running for a Dream’ wordt onder andere de fijne en heerlijk gezongen titelsong gespeeld. Maar het album is duidelijk nog niet bekend bij de bezoekers, een groot deel koopt na afloop dan ook de vinyl- dan wel cd-uitvoering. De eigenwijze TLI werkt overigens volledig ‘independent’, dus zonder platenmaatschappij of management. Samenvattend: het was weer een heerlijk avondje opzwepende rock daar in Trix, ondanks het geluid. Delila blijft één van de meest getalenteerde zangeressen en haar uitstraling houdt de aandacht er makkelijk bij. Hopelijk tot snel weer en dan in de grote zaal graag.

Facebooktwitterredditpinterestmail

PJ