Savage Grace – Sign of the cross
|Halverwege de jaren ’80 wordt 1 van de beste speedmetalalbums ooit op de wereld los gelaten, ‘Master of disguise’ van het Amerikaanse Savage Grace, een soort Iron Maiden-on-speed. In Europa smullen we massaal niet alleen van de geweldige muziek, maar ook van de albumhoes, welke in het puriteinse thuisland juist koren op de molen is van gelovigen welke niets met semi-bloot hebben. Opvolger ‘After the fall from grace’ wordt ook goed ontvangen, al vind ikzelf deze een stuk minder dan het debuut doordat gitarist Christian Logue ook de zang voor zijn rekening neemt en deze beduidend minder goed klinkt dan die van Mike Smith op het genoemde debuut. Na nog een EP verdwijnt Savage Grace van het strijdtoneel, maar zomaar uit het niets duikt de band 35 jaar later, afgezien van een enkele oprisping tussendoor, weer op met het derde full-album ‘Sign of the cross’. Hopelijk klinkt het album beter dan de kinderachtig overkomende albumhoes.
Opener ‘Barbarians at the gate’ klapt er gelijk heerlijk in, een prima snel nummer met een refrein wat zich gelijk in je kop nestelt, alleen had de gitaar qua productie wel wat opener en iets meer op de voorgrond mogen klinken, hetgeen tijdens de gitaarsolo wel beter verzorgd is. Het navolgende ‘Automoton’ is een zwaar uptemo nummer met vocalen welke lichtelijk ‘over -de-top’ overkomen en het nummer daarmee naar power-metal doet neigen. Het titelnummer ‘Sign of the cross’ is een licht uptempo-nummer en met ook hier het zware ritme een episch gevoel. Het navolgende ‘Rendezvous’ komt door de hele melodieuze opening wat sleazy over, de lichtelijk gillende vocalen komen in een dergelijk nummer minder prettig over dan in een snel nummer, het soleerwerk maakt dat het nummer nog wel vrij aardig eindigt. Ook ‘Stealin’ my heart away’ is min of meer van hetzelfde laken een pak en dat doet het album toch wel afzakken naar een bedenkelijk niveau. ‘Slave of desire’ klinkt wat beter doordat het tempo hoger ligt en er mede daardoor wat meer pit in zit, al blijft het korrelige gitaargeluid elk nummer parten spelen, naast dat er weinig gitaarriffs memorabel zijn. Het is inmiddels wel duidelijk dat ten opzichte van de begintijd Savage Grace een andere koers vaart, langzamer hoeft niet perse minder te zijn, maar in dit geval is dat het toch zeker wel. ‘Star crossed lovers’ klinkt weer wat energieker mede door de op Halford lijkende zang. De laatste 2 nummers zorgen ook niet voor een vrolijk gezicht, ook weer meer sleazy/glamnummers.
Met al met al weinig indruk makende nummers is deze comeback toch een teleurstellende, met dit album zullen de oudere Savage Grace-fans niet gelukkig zijn en nieuwe zieltjes zullen er zeker niet mee gewonnen worden. Nee, dan kun je beter het debuutalbum opzetten, dit album is mijns inziens een forse mislukking, de naam Savage Grace niet waardig. (55/100) (Massacre Records)
Bandleden:
Gabriel Colon – Vocals
Christian Logue – Lead Guitars
Fabio Carito – Bass
Marcus Dotta – Drums
Tracklist:
1 Barbarians at the gate
2 Automoton
3 Sign of the cross
4 Rendezvous
5 Stealin’ my heart away
6 Slave of desire
7 Land beyond the walls
8 Star crossed lovers
9 Branded
10 Helsinki nights