Vulvarine – Fast Lane
|
Het verhaal wil dat de dochter van platenbaas Stan Lewis, eigenaar van Jewel/Paula Records, de bron van inspiratie is geweest voor de plaat die Dale Hawkins in 1957 opnam; een plaat die het collectieve geheugen niet zou hebben gehaald als John Fogerty het tien jaar later niet opnieuw had uitgebracht. Fogerty’s Creedence Clearwater Revival scoorde evenwel een van haar grootste hits met ‘Susie Q’, een eenvoudig liedje waarin een man de liefde verklaart aan zijn meisje. Eenvoudig, zonder opsmuk, rechttoe-rechtaan. Om de song gedraaid te krijgen op een progressief radiostation, verlengde Fogerty het nummer weliswaar naar een ruime acht minuten, maar de basis was toch die ene dragende riff: het onmisbare ingrediënt voor elke rockclassic.
Het kan niet anders of de hit van CCR is de inspiratie geweest voor de frontvrouw van een Oostenrijks ensemble dat onder de naam Vulvarine opereert. Vulvarine: een samentrekking van Marvel-figuur Wolverine en de meer wetenschappelijke aanduiding van het vrouwelijk geslacht, voor wie de naam nog niet had doorgrond. Een klassiek rockkwartet met gitarist Sandy Dee, bassist Robin Redbreast, drummer Bea Heartbeat en zangeres Suzy Q. De spitsvondige namen en woordgrappen zijn inderdaad niet van de lucht, maar verhullen nauwelijks dat de band serieuze intenties heeft. De woordspeling die je wist dat we zouden maken: Vulvarine maakt muziek met ballen en die mogen ze nu onder de vlag van Napalm Records ruimhartig etaleren op de tweede langspeler. In 2020 bracht de band ‘Unleashed’ uit en in 2023 de EP ‘Witches Brew’ – met een knipoog naar Miles Davis.
In de stad waar Mozart, Schubert, Strauss en Beethoven hun mooiste stukken schreven, werkten de vier dames aan een plaat waar het stucwerk van de Weense Staatsopera acuut van zou scheuren. De opening ‘The Drugs, the Love and the Pain’ laat er geen misverstand over bestaan: Vulvarine raast, beukt en scheurt alles aan flarden in een track die ergens in de verte zelfs doet denken aan Ramones: pure rock ‘n roll, met een vleugje punk. Eenvoudig, zonder opsmuk, rechttoe- rechtaan. In de bio noemen de dames bands als Girlschool, The Runaways en The Donnas als inspiratie voor hun eigen ‘vulvarock’: een ‘unieke fusie van energieke rock ‘n roll, heavy metal en glam, afgetopt met punk en blues elementen’. Dat is nogal een ambitie, maar na de opening luidt de voorzichtige conclusie dat de Oostenrijkers dit best eens waar kunnen maken.
Rock ‘n roll kent bepaalde conventies. Een goede song beschikt in elk geval over de volgende noodzakelijke elementen: een pakkende riff, een ritme dat de song voortstuwt in een vierkwartsmaat, een bij voorkeur een blues-schema met drie akkoorden en een herkenbare structuur waarbij couplet en refrein elkaar steevast afwisselen. Binnen dit vrijwel onwrikbare kader moet het gebeuren. Daarbij mag het qua tekst overal over gaan, al is de al dan niet beantwoorde liefde doorgaans een thema waar je je als band geen buil aan kunt vallen.
Met een naam als Vulvarine en de claim op het maken van ‘vulvarock’, dan verwacht je – terecht of onterecht – vooral vlammende protesten tegen alles dat testosteron ademt. Die verwachting maakt Vulvarine niet helemaal waar, al schuwt het de maatschappelijke thema’s niet: ‘Fool’ is een verbaal pak slaag dat wordt uitgedeeld aan iemand die zich anders voordoet dan hij werkelijk is, maar wel voldoet aan de verwachtingen die de maatschappij oplegt. ‘Polly the Trucker’ is een ode aan de vrouw achter het stuur van een vrachtwagen, maar veel meer nog een eerbetoon aan vrouwen die zich niet aan conventies houden en gewoon doen waar ze zin in hebben. En in ‘Equal, Not the Same’ is het volstrekt helder aan wie de woorden zijn gericht: ingerukt, mannen.
Na deze tracks dreigt ‘Fast Lane’ echter te eindigen op de vluchtstrook. ‘Dark Red’ wordt nog door Sandy Dee gered met een verschroeiende shred-solo, maar met ‘Cheri Cheri Lady’ is een ferme crash onvermijdelijk geworden en belanden we met de rokende puinhoop in de berm. ‘Cheri Cheri Lady’ is een cover en wel van Modern Talking, de Duitse super-masculine hitmachine die gehuld in leren jasjes met opgerolde mouwen en voorzien van een verblindende Colgate-smile in een iets te gebronsd gelaat, tussen 1983 en ’87 monsterhits scoorde met vrijwel steeds hetzelfde deuntje. In de versie van Vulvarine zijn de synths vervangen voor gitaren, inclusief een solo van Filippa Nässil, de gitarist van het Zweedse Thundermother. Het mag allemaal niet baten: het origineel was al een draak en deze versie doet daar niks aan af. Erger: juist in deze versie hoor je hoe ontzettend en strontvervelend eentonig dit riedeltje eigenlijk is.
Er rest dan slechts één relevante vraag: waarom? Vulvarine houdt zich op ‘Fast Lane’ keurig aan de conventies van de rock ‘n roll. Dat levert al met al een prima plaat op, met de kanttekening dat de dames zich inderdaad bijna te keurig aan de geldende conventies van het genre houden. Je kunt er dan een ander stickertje op plakken – ‘vulvarock’ – maar in de basis is dit wat rock definieert. Waarom dan die cover? Afzetten? Aantonen dat je ook buiten de lijntjes durft te kleuren?
‘You say that you’ll be true, Susie Q’. Trouw aan de rock ‘n roll, wat ons betreft. De vertolking van drie minuten kauwgomballen-synthpop van een iets te glimmend Duits producersduo had dan best achterwege kunnen blijven. (65/100)(Napalm Records)
Bandleden:
Suzy Q – vocals
Sandy Dee – guitar
Robin Redbreast – bass
Bea Heartbeat – drums
Tracks:
1. The Drugs, the Love and the Pain
2. Ancient Soul
3. Heads Held High
4. Demons
5. Alright Tonight
6. Equal, Not the Same
7. Fool
8. Polly the Trucker
9. Dark Red
10. Cheri Cheri Lady (feat. Filippa Nässil)
11. She’ll Come Around