El Pino and the Volunteers gaan voor kwaliteit
|Vier weken geleden verscheen het derde album van de oorspronkelijk Rotterdamse indie band El Pino and the Volunteers. De fans hebben om meerdere redenen ruim vijf jaar moeten wachten op de titelloze plaat, opvolger van ‘The Long-lost Art of Becoming Invisible’ en ‘Molten Cit’. Twee prachtige platen. De release van de plaat gaat gepaard met een aantal optredens in onder meer Amsterdam, Utrecht, Arnhem en afgelopen donderdag in Rotown in Rotterdam.
Banden met de Verenigde Staten
“Het is zes jaar geleden dat we hier voor het laatst waren en ook toen was het net zo vol als nu’ waren de eerste woorden van zanger David Pino in het – inderdaad- goedgevulde Rotown. De agenda van Rotown plaatste de band in het Americana genre en maakte de vergelijking met Steve Earle. Maar wie de laatste plaat van El Pino and the Volunteers luistert, zal – net als ik- een andere mening zijn toegedaan. Want de band heeft weliswaar in meerdere opzichten banden met de Verenigde Staten maar schuift langzaam maar zeker zowel op plaat als op het podium in Rotterdam richting een prachtig Brits geluid. Met jaren zestig-achtige zangpartijen en fraaie melodielijnen. Zoals in het openingsnummer van de avond Waiting, Honey en even later ‘There’s no cure’.
Zeldzame kwaliteit
Het zwevende orgelgeluid, de strakke beats, de meeslepende opbouw van de songs en een afwisselende setlist met oorstrelers als ‘Moody Street’ maken de band ook op het podium net zo compleet en volwassen als op de plaat. Het optreden boeit. Van de eerste tot de laatste minuut. Met de spaarzame releases van albums (3 in 13 jaar), het beperkte aantal optredens en een sterke show van nog geen uur maakt El Pino and the Volunteers duidelijk voor zeldzame kwaliteit te gaan. En vooral niet in een hokje te stoppen. El Pino and the Volunteers klonken en klinken op het podium in Rotterdam en ver daarbuiten vooral als El Pino and the Volunteers. Gaat dat zien en vooral horen.