BUSH anno 2017: Nostalgie én muzikale kracht
|BUSH kende haar grootste succes in het midden van de jaren 90. Debuutalbum ‘Sixteen Stone’ uit 1994 en opvolger ‘Razorblade Suitcase’ leverden grote hits op. Nummers als ‘Comedown’, ‘Glycerine’ en ‘Greedy Fly’ bereikten de top van de hitparade in de Verenigde Staten. Critici betichten Bush van epigonisme. Kyle Anderson stelt bijvoorbeeld: “The twelve songs on Sixteen Stone sound exactly like what grunge is supposed to sound like, while the whole point of grunge was that it didn’t really sound like anything, including itself.” Toch werd BUSH heel groot in de jaren 90, met zanger- gitarist Gavin Rossdale als sexsymbool voor een hele generatie tienermeisjes. Na bijna 10 jaar nam het succes af en besloot BUSH de gitaren aan de wilgen te hangen. Weer 8 jaar later, in 2011, kroop het bloed bij Gavin Rossdale toch weer waar het niet gaan kan en blies hij BUSH nieuw leven in. Inmiddels zijn we met ‘Black and White Rainbows’ alweer 3 albums verder.
RavenEye
Het Britse power rock trio RavenEye bijt vanavond in 013 het spits af. De heren Oli Brown, Aaron Spiers en Kev Hickman vonden elkaar in 2014 na de nodige muzikale omzwervingen, met RavenEye als resultaat. De band kende al snel successen zoals tours met Deep Purple en de Blues Pills. In 2016 verving Adam Breeze Kev achter de drumkit. Later dat jaar verscheen RavenEye’s debuutalbum ‘Nova’. Maar de echte kracht van RavenEye ligt in haar energieke liveshows.
RavenEye lijkt vastbesloten 013 te gaan veroveren. Vanaf de openingsriff riff grijpt zanger Oli het publiek bij de strot om pas na ruim een half uur weer los te laten. Gedragen door de meeslepende grooves waarin bassist Aaron en drummer Adam lijken te grossieren zoekt Oli steeds het contact met het publiek. Op een gegeven moment legt hij zelfs zijn gitaar weg en is RavenEye effectief een tweemansband. Het lijkt Aaron niet te deren, soepeltjes combineert hij zijn basloopjes met de gitaarmelodie. Je komt ogen tekort bij de show: Het ene moment springt Oli van de bassdrum, even daarna hangt hij tussen het publiek in de fotopit. Oli springt over Aaron heen, waarna Aaron Oli op zijn schouders neemt en het duo al spelend over het podium struint. Het mag een klein wonder heten dat de band ondanks al deze capriolen niet vergeet een toffe set aan catchy en energieke powerrock te spelen. Hoogtepunt van de show is ‘Hey Hey Yeah’ waarin alles samenvalt en Oli toont dat hij echt kan zingen. 013 is om! Aan BUSH de opgave om deze energieke rockshow te evenaren.
BUSH
In het publiek vanavond opvallend veel vrouwen van rond de 40 die hun jeugdidool Gavin Rossdale nog eens komen bewonderen. Als BUSH het podium betreedt lijkt de tijd nauwelijks vat te krijgen op de kwieke vijftiger, strak lijf, jeugidge oogopslag en nauwelijks een grijze haar te bekennen. Wel zijn de wijde mouwloze shirts van een aantal jaren terug vervangen door een houthakkershemd.
Het publiek dat voor een “trip down memorylane” komt wordt op haar wenken bediend. Het hart van de set van BUSH bestaat uit nummers van de eerste drie albums. Maar ook de albums van na de reünie komen aan bod waarmee de band toont dat het creatieve vuur nog niet gedoofd is. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat er geen klassieker van het kaliber ‘Everything Zen’ op de meest recente albums te vinden is. Toch krijgen nummers als ‘Sound of Winter’ (2012) en ‘Nurse’ (2017) opvallend veel bijval. Maar 013 komt pas echt tot leven bij klassiekers als de cross-over hit ‘The Chemicals Between Us’ waarin de snijdende riffs gekoppeld worden aan dancebeats en dat anno 2017 tegelijkertijd gedateerd en relevanter dan ooit klinkt. Gavin Rossdale heeft er zin in vanavond, rondspringend bestrijkt hij het hele podium, waarbij hij zich af en toe zelfs aan een dansje waagt. Tijdens ‘Let Yourself Go’ ontwaren we zelfs een soort “Moonwalk Bush style”. Tijdens de afsluiter van de reguliere set, ‘Little Things’ springt hij het publiek in en vervolgt hij zijn vocalen helemaal bovenop de tribune achteraan in de zaal. Een van de hoogtepunten is de geïnspireerde uitvoering van het slepende ‘Swallowed’ dat massaal meegezongen wordt. Een volgend hoogtepunt is ‘Glycerine’ dat in eerste instantie solo door Gavin wordt uitgevoerd, waarna de band invalt en ‘Glycerine’ eindigt in een orkaan van gitaren. De R.E.M. klassieker ‘The One I Love’ krijgt een BUSH makeover, compleet met gierende gitaren die het nummer niet weerstaat. Het lekkerst bewaart BUSH tot het einde. ‘Comedown’ met zijn onweerstaanbare bas groove is BUSH op z’n best, zeker als het gefocust en zonder poespas gespeeld wordt.
BUSH leunt zwaar op successen uit de jaren 90, maar dat is geen schande als de liedjes zo goed zijn en ook de tand des tijds zo goed hebben weerstaan. De band zal weinig nieuwe fans hebben geworven met deze show, maar de trouwe fanschare kan tevreden huiswaarts keren. Zij zijn getuige geweest van misschien wel een van de meest geïnspireerde BUSH shows van het afgelopen decennium.