Magic Pie – Maestro
|
Een uur en drie kwartier. Dat is de volledige lengte van de derde symfonie van Gustav Mahler. Met de derde schreef Mahler een allesomvattende ode aan de aarde en het universum waarin wij ons bevinden. Het is voor Mahler-begrippen lichte muziek, met melodieën die zichzelf bijna optillen en verheffen, dit in tegenstelling tot de veel zwaarder eerste twee symfonieën. Mahler begreep de kunst van het componeren van stukken die bleven boeien en waarin tijd niet leek te bestaan. Het zijn deze grote symfonieën die bands inspireerden tot het maken van concept-albums, met stukken die een LP-kant – zo’n 25 minuten – in beslag namen, populair in de eerste helft van de jaren zeventig.
Het is inmiddels een terugkerende trend bij bands in de progressieve hoek: een album moet tenminste één stuk bevatten dat minimaal tien minuten van de luisteraar claimt. Dan gelden er een paar ijzeren wetten: muzikaal moet het blijven boeien, iets dat vaak wordt bereikt door een compositie in delen op te knippen, waarbij elk deel een eigen ‘sfeer’ heeft. Tegelijkertijd moet het duidelijk zijn dat deze delen bij elkaar horen, door middel van een thema. Tot slot is de opbouw cruciaal: bij voorkeur moet het stuk toewerken naar een climax, een zinderend einde waarin alles samenkomt. Zelfs Mahler ontkwam niet aan deze wetten – en hij hield zich eraan in alle negen symfonieën die hij schreef. Het betekende wel dat je als luisteraar er echt ‘bij moest zijn’, geconcentreerd moest luisteren om de muziek in haar volle omvang op te kunnen nemen.
‘Opus Imperfectus, Part 1’ klokt ruim achttien minuten op ‘Maestro’, het nieuwe album van het Noorse Magic Pie. Als we Part 2 waarmee de plaat afsluit, meerekenen, dan komen we op ruim 22 minuten. Om meteen maar helderheid te verschaffen: het stuk voldoet aan de ijzeren wetten die we hierboven hebben beschreven. Maar helaas is er direct een volgende constatering: het voldoen aan de wetten is niet allesbepalend.
De link naar Mahler is daarbij niet zomaar gekozen. Mahler was zeer kritisch op zijn composities; vaak streefde hij naar perfecte uitvoering en inhoudelijke diepgang, een duidelijke parellel met de ‘Maestro’ van Magic Pie en naar de band zelf. In brieven en uitspraken uit zijn leven uitte Mahler af en toe twijfels of hij zijn werk volledig naar wens had voltooid. Het had de Noorse formatie gesierd om iets meer twijfel te hebben over dit album en wel voordat ze dit de wereld aan zouden doen. Zelden had een album meer pretenties dan dit ‘Maestro’.
Eerlijk gezegd worden we wat moe van de verwijzingen naar het geloof. Zelfs als je het niet weet, is het overduidelijk uit welke stal dit komt: de stal waar ook Neal Morse onderdak heeft: the Mouse House Studio. Rich Mouse is verantwoordelijk voor de mastering en dat kun je aan hem overlaten. Naast Spock’s Beard en Transatlantic deed hij ook het ‘Dark Side of the Moon’-project van Dream Theater waarbij het meesterwerk van Pink Floyd tijdens het concert in Hammersmith Apollo live om zeep werd geholpen, maar in de mastering voor DVD klonk het nog verrassend goed. Da’s een prestatie.
De naam is gevallen: Dream Theater, maatgevend in dit genre. De eerste maten van ‘Opus Imperfectus’ zijn nog veel veelbelovend: bij een ‘maestro’ denken we aan een orkest en dat horen we dan ook in het intro, gevolgd door een paar maten die sterk doen denken aan ‘Metropolis – Scenes from a Memory’, inclusief een paar licks die rechtstreeks uit ‘Dance of Eternity’ lijken te komen door een afwisselende combinatie van 6/8 en 7/8 maatsoorten. Het is de inleiding naar de zeven delen waaruit die eerste achttien minuten zijn opgebouwd en die het verhaal vertellen over de maestro die vooral twijfelt of een hogere macht zijn werk wel waardeert. Er is weliswaar een staande ovatie van het publiek bij de uitvoering, maar de maestro blijft vechten tegen de gedachte dat het werk weliswaar af is, maar niet compleet: het mist het laatste akkoord en pas als dat heeft geklonken, volgt de zegen. ‘As if by Gods command- Maestro raised his hand to mark the end, the final chord.’
Witte rook dus, om in het licht van de recente geschiedenis te blijven. Het conclaaf voor Leo XIV was evenwel bondiger dan de ‘Opus Imperfectus’. Hoeveel meer ‘over the top’ kan prog nog worden?
We kunnen het nu uitgebreid hebben over de technische perfectie van Magic Pie, welke onbetwist is. We kunnen praten over de virtuoze solo’s waarin Kim Stenberg zo nu en dan probeert sneller te spelen dan zijn eigen schaduw, over de wijze waarop de band moeiteloos afwijkende maatsoorten verwerkt in haar composities en we kunnen debatteren of de zang van Eirikur Hauksson echt klinkt als Ian Gillan. Als we het toch over Deep Purple hebben, dan moeten we het ook over het orgelspel van Erling Henanger hebben in ‘Kiddo…’ (ah, daar is de suizende wind weer aan het begin van een progtrack). We kunnen even bomen over de lekkere bluesriff onder ‘Name It To Tame It’ of over de drumskills van Martin Utby in ‘Everyday Hero’, over… Ja, het is het technisch allemaal van het allerhoogste niveau. Maar het is zo veel. Als overweldiging het doel was, dan is deze plaat geslaagd. In alle eerlijkheid: we halen het einde van het album bijkans niet zonder tussentijds douchen. De laatste keer dat uw recensent die ervaring had was bij ‘The Astonishing’.
Over Mahler kun je zeggen dat hij zijn symfonieën schreef met het doel om iets groots en universeels uit te drukken, overweldigend, zo u wil. Doorgaans was hij tevreden met de artistieke waarde ervan, zelfs als hij niet altijd tevreden was over de technische details. Wat betreft technische details scoort Magic Pie de volle punten. Over de artistieke waarde zullen we van mening verschillen. ‘Maestro’ lijkt zo nu en dan meer op een soort examen in bekwaamheid, iets waar meer bands in deze hoek last van hebben. Nee, dit is geen slecht album. Het is daarentegen wel een album waarop balans ontbreekt. Het is gewoon te veel.(60/100)(Karisma Records)
Bandleden:
Kim Stenberg – Guitars, backing vocals
Eirikur Hauksson – Lead vocals, guitars
Erling Henanger – Keyboards, vocals
Lars Petter Holstad – Bass, vocals
Martin Utby – Drums, vocals
Tracks:
- Opus Imperfectus Pt.1 – The missing chord
- By the smokers pole
- Name it to tame it
- Kiddo…
- Someone else’s wannabe
- Everyday Hero
- Opus Imperfectus Pt.2